- 13 -
Uit hetgeen wij hiervoor opmerkten met betrekking tot de omvang
van de in de ontwerp-gemeentebegroting opgenomen uitgaafposten blijkt,
dat wij bij het ramen der uitgaven een zekere terughoudendheid in
acht hebben genomen. Die terughoudendheid vindt zijn oorzaak in de
door de kostenstijging van de bestaande voorzieningen enerzijds en
de daarmede geen gelijke tred houdende inkomsten anderzijds verslech
terde financiële positie. Hij menen evenwel dat een verantwoord voor-
zieningenpeil in de begroting tot uitdrukking is gebracht. De lijn,
die wij in dit opzicht volgen - te weten het streven naar een voor-
zieningenpeildat beantwoordt aan hetgeen de inwoners van de gemeen
te redelijkerwijs mogen verlangen -, heeft geresulteerd in het reeds
eerder genoemde begrotingstekort van 710.000,--.
Dokkings- De belangrijkste inkomstenbronnen van de gemeenten worden ge-
middelen
vormd door do gemeentefondsultkerxngen en do rijksuitkeringen voor
bepaalde voorzieningen. Daarnaast moeten gemeentelijke belastingen
en inkomsten uit bezittingen en dienstverleningen de voor het voeren
van de gemeentelijke huishouding benodigde middelen opleveren.
In het sinds het verschijnen van de vorige aanbiedingsbrief
verstreken jaar zijn op het gebied van de gemeentelijke inkomsten
bronnen geen ingrijpende wijzigingen opgetreden. De belangrijke wij
zigingen die een gevolg zijn van het inwerkingtreden van de Algemene
wet cijzondere ziektekosten en de Wet op het voortgezet onderwijs
waren reeds in de begroting voor 19^9 'verwerkt. Wij achten ons daarom
ontslagen van het geven van een volledig overzicht van de geldende
regelingen op het gebied van de Financiële verhouding en de rijks-
uitkeringen en menen hiervoor te kunnen verwijzen naar het overzicht
dat is opgenomen in bijlage 2 bij de vorige aanbiedingsbriefIn dat
overzicht is ook een samenvatting gegeven van de bepalingen van het
ontwerp van wet, betreffende de wijziging van het gemeentelijke
belastingsgebiedHet voorlopig verslag van de Tweede Kamer over
dit wetsontwerp en de memorie van antwoord van de Regering zijn in
middels verschenen. Vermoedelijk zal het ontwerp nu spoedig in de
Tweede Kamer worden behandeld.
De eigen inkomsten van de gemeente zijn in hoofdzaak geraamd
volgens dezelfde maatstaven als voor 1969Het accrès ten opzichte
van de raming van 1968 houdt voor een belangrijk deel verband met
de verdergaande stadsuitbreiding. De opbrengst van de hoofdsommen
en opcenten op de grond- en personele belasting en van de straatbe
lasting stijgt hierdoor elk jaar in ongeveer gelijke mate.