No. 17279
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen ëen op 13 oktober 1969 ingekomen verzoek van het bestuur
van de Vereniging voor Protestants Christelijk Basisonderwijs te
Leeuwarden om medewerking, als bedoeld in artikel 72 van de Lager-
onderwijswet 1920, voor de aanschaffing van een pick-up' ten behoeve
van de onder zijn bestuur staande school voor gewoon lager onderwijs,
de Koningin Emmaschool, Willem Sprengerstraat 77? alhier;
overwegende, dat een pick-up kan worden beschouwd als een
belangrijk en algemeen aanvaard hulpmiddel bij het zang- en muziek
onderwijs
dat de onderhavige school niet over een pick-up beschikt en daar
voor ook nimmer gelden uit de gemeentekas heeft ontvangen;
dat door de inwilliging van het verzoek de normale eisen, aan
het geven van lager onderwijs te stellen, niet zullen worden over
schreden en dat het verzoek voldoet aan de in artikel 73 der wet
omschreven vereisten;
gelet op het advies van Burgemeester en Wethouders, d.d.
12 november 1969 (bijlage no. 370);
BESLUIT':
de gevraagde medewerking te verlenen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Instandhouding van de gemeentelijke kleuterscholen "De Lijster" en "De
Tuinfluiter"
Bijlage 371. Leeuwarden, 12 november 1969
Aan de Gemeenteraad.
De gemeentelijke kleuterschool "De Lijster", Sint Jobsleen 257, alhier,
zal dit jaar vermoedelijk door gemiddeld 54 kleuters worden bezocht, terwijl
het gemiddeld aantal over 1967 en 1968 resp. bedroeg 55«3 en 55«5» Aangezien
deze kleuterschool dan gedurende drie achtereenvolgende jaren door minder dan
60 kleuters (het voor onze gemeente vereiste minimum) wordt bezocht, zou zij
op grond van artikel 11 van de Kleuteronderwijswet moeten worden opgeheven.
Ingevolge het tweede lid van dit artikel kan de Minister van Onderwijs en
Wetenschappen, de Onderwijsraad gehoord, op verzoek van de gemeenteraad in
bijzondere gevallen telkens voor een jaar of tot wederopzegging bepalen, dat een
school in stand wordt gehouden, ook al is het aantal kleuters minder dan het zo
juist vermelde aantal van 60, mits dat aantal niet minder bedraagt dan 20.
"De Lijster" telde op 1 november j.l. 44 kinderen, terwijl er nog 6 niet-
vierjarigen op de wachtlijst staan vermeld.
Deze kleuterschool staat in de binnenstad en heeft alszodanig ook een duide
lijke functie voor die binnenstad. Speelgelegenheden ontbreken daar immers
praktisch geheel, terwijl het verkeer in de vaak nauwe straten met veelal
smalle trottoirs het niet mogelijk maakt, dat de kinderen op verder afgelegen
kleuterscholen worden geplaatst, afgezien nog van de plaatsruimte daarop.
Opheffing van "De Lijster" zou dan ook betekenen, dat de kleuters uit de
binnenstad praktisch van openbaar kleuteronderwijs zouden zijn verstoken,
hetgeen wij niet verantwoord achten. O.i. is er dan ook alle aanleiding de
Minister te verzoeken te bepalen, dat deze kleuterschool in stand wordt ge
houden.
Ook de gemeentelijke kleuterschool "De Tuinfluiter", Tuinen 40? alhier,
telt onvoldoende kleuters om op grond van het eerste lid van artikel 11 van do
Kleuteronderwijswet in stand te worden gehouden» Het gemiddeld aantal kleuters
van deze school bedroeg over 1962: 36.8, 1963: 36.1, 1964s 37°6, 1965s 39»8?
1966: 38.1, 1967s 35.7, en 1968 33»4s terwijl dit over 1969 vermoedelijk 28„3
zal zijn. Deze school is sedert 1 januari 1952 éénklassig en werd op 1 novem
ber j.l» door 25 kleuters bezocht; op de wachtlijst staan 6 niet-vierjarigen
vermeld. Van de mogelijkheid deze school in stand te houden, met toepassing
van artikel 11, 2e lid, van de Kleuteronderwijswet, is reeds vele malen gebruik
gemaakt
Op Uw verzoek (raadsbesluit van 28 oktober 1968, no. 16890) heeft de Staats
secretaris van Onderwijs en Wetenschappen bij zijn beschikking van 8 januari
1969, KBO-383599, besloten, dat "De Tuinfluiter" over het jaar 1969 in stand
kan worden gehouden» In de situatie van deze kleuterschool is geen wijziging
gekomen, behalve enige teruggang in het aantal leerlingen. Overplaatsing van
kinderen naar andere scholen zou grote moeilijkheden opleveren, niet alleen
vanwege de plaatsruimte op andore kleuterscholen, maar met name door de 0?-
te leggen afstanden langs drukke wegen en nauwe straten in de binnenstad. "De
Tuinfluiter" ligt op een zodanige afstand van "De Lijster" dat ook een samen
voeging van deze scholen op grote bezwaren zou stuiten en tengevolge zou hebben
dat verschillende kinderen uit de binnenstad, waarvoor kleuteronderwijs zo
dringend geboden is met het oog op het gebrek aan speelruimte, van dat onder
wijs verstoken zouden raken.
Het lijkt ons dan ook onverantwoord"De Tuinfluiter"op te heffen; wij
achten eveneens in dit geval alle aanleiding aanwezig de Minister wederom te
verzoeken te bepalen, dat deze kleuterschool in stand wordt gehouden»