- 22 - VIII. Openbare werken. Bij de aanbieding van de begrotingen voor het dienstjaar 1969 hebben wij met voldoening melding gemaakt van de voortgang van de werkzaamheden, verband houdende met de rioolwaterzuivering. Het is inderdaad mogelijk gebleken het rioleringsstelsel in 1969 te laten functioneren en de zuiveringsinstallatie in werking te stellen. De gunstige resultaten hiervan zijn voor een ieder onder meer waarneem baar in het water van de stadsgrachten. Een zeer omvangrijk en kost baar werk, bestaande uit de bouw van do zuiveringsinstallatie, de aan leg van de stamriolen, en de bouw van ondergemalen, is hiermee gerea liseerd, alhoewel moet worden opgemerkt, dat de vóór 1954 gelegde ri olen nog aan de nieuwe situatie moeten worden aangepast. Deze aanpas sing zal geleidelijk kunnen plaatsvinden in het kader van straatver beteringen of ingeval eerder ingrijpen noodzakelijk blijkt. Het ge volg van het bovenstaande is, dat een duidelijk neergaande lijn ont staat in het peil van in uitvoering zijnde openbare werken en het daarmee verband houdende investeringsniveau. Alhoewel wij het om ver schillende redenen gewenst achten terzake c-en zekere continuïteit te handhaven, zal dit helaas niet goed mogelijk zijn. In de eerste plaats laat de begrotingspositie van de gemeente dit niet toe. Bovendien zijn de subsidiemogelijkheden niet van die aard, dat de op het nro- gramma staande openbare werken in uitvoering kunnen worden genomen. Een volgende moeilijkheid wordt nog gevormd door het ontbreken van de benodigde financieringsmiddelen. Het spreekt vanzelf, dat deze ont wikkeling ons met zorg vervult. V/ij pogen dan ook met alle kracht cm het éénmaal bereikte peil van in uitvoering zijnde onenbare werken zo weinig mogelijk te laten dalen. V/ij stonden bij een vorige gelegenheid vrij uitvoerig stil bij een aantal op het programma staande werken. Het verheugt ons te kun nen constateren, dat een aantal daarvan inmiddels in uitvoering is genomen. V/ij noemen in dit verband de doortrekking van de ïïarshall- weg, de reconstructie van het Oldehoofsterkerkhofde bouw van een nieuwe Prins Hendrikbrug en de demping van het Yliet, voorzover be treft het gedeelte tussen de Archipelweg en de Bleeklaan. Het reste rende gedeelte van het Vliet zal hopelijk in het nieuwe begrotings jaar onder handen worden genomen. In de vorige aanbiedingsbrief hebben wij voorts een aantal zeer belangrijke werken genoemd, die op zo kort mogelijke termijn moeten worden gerealiseerd, te weten:

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1969 | | pagina 24