1
v.q
-p
m
<e#r. TM
Preadvies naar aanleiding van een adres over het op het perceel Buorren 5
te Lekkum aanwezige kippenhok met legbatterij
Bijlage no. 420,
Leeuwarden, 3 december 1969°
Aan de Gemeenteraad,
In Uw vergadering van 24 november j.l. stelde U om preadvies in han
den van ons college een door een aantal omwonenden ondertekende brief, waar
in geklaagd wordt over de hinder, veroorzaakt door het op het perceel Buorren
5 te Lekkum aanwezige kippenhok met legbatterij
Wij menen goed te doen er op te wijzen, dat in gevallen als het onder
havige de Woningwet van toepassing is, ingevolge welke wet voor het stichten
van het bouwwerk een bouwvergunning van ons college benodigd is» Voorts kan
het afhankelijk van de aard van de inrichting, welke in het gebouw zal worden
ondergebracht en bijvoorbeeld van het aantal electromotoren, dat zal worden
gebruikt, mogelijk zijn dat een vergunning ingevolge de Hinderwet vereist is.
In beide gevallen dient de belanghebbende zich met een verzoek om vergunning
tot ons college te wenden» Wij dienen voor de behandeling van dergelijke ver
zoeken een procedure te volgen, die wettelijk is voorgeschreven» In de Woning
wet noch in de Hinderwet is bepaald, dat belanghebbenden zelf verplicht zijn de
bewoners van belendende percelen in kennis te stellen van het voornemen
om een gebouw te stichten of een Hinderwetplichtige inrichting te vestigen»
De onder 1 van het adres gestelde vraag moet dan ook ontkennend worden be
antwoord
Ons vervolgens in eerste instantie bepalende tot het verlenen van de
bouwvergunning delen wij mede, dat de heer M. van der V/oude ons op 11 februar
1969 heeft verzocht hem bouwvergunning te verlenen voor het stichten van een
kippenhok met legbatterij achter zijn boerderij. Wij hebben deze bouwaanvra...,g
moeten toetsen aan de bepalingen van de bouwverordening, terwijl wij eveneens
moesten nagaan, of het bouwwerk zou worden gesticht in strijd met het ter
plaatse geldende uitbreidingsplan. Terzake merken wij op, dat het ingediende
bouwplan zou voldoen aan de bepalingen van de bouwverordening, zodat op grond
daarvan een bouwvergunning niet kon worden geweigerd.
Voorts bleek, dat de grond, waarop het kippenhok c.a. zou worden gebouwd,
is begrepen in het uitbreidingsplan in hoofdzaken van de gemeente Leeuwardera-
deel
In dat plan is aan de betreffende grond een agrarische bestemming gegeven.
Dit betekent, dat volgens de bij het plan behorende bestemmingsregelen,ter
plaatse mogen worden opgericht bedrijfsgebouwen ten behoeve van de landbouw,
de veeteelt of de tuinbouw.
Daaronder valt ook het thans aan de orde zijnde kippenhok.
In verband met de omstandigheid, dat het hier gaat om een uitbreidings
plan van zeer oude datum, hebben wij tevens nagegaan hoe terzake de huidige
inzichten zijn. Daarbij bleek, dat inpassing van het bouwplan in het in voor
bereiding zijnde bestemmingsplan Lekkum mogelijk en verantwoord was, Met het oog
hierop kobben wij de bouwvergunning bij ons besluit van 1 npril B50/1969 verleend.
Met betrekking tot de toepassing van de Hinderwet mer...en wij op, dat
een verzoek om een Hinderwetvergunning ons tot op heden niet heeft bereikt.
Wij hebben naar aanleiding van het ingekomen adres nagegaan, of de Hinder
wet cp de onderhavige inrichting van toepassing is. In dit verband wijzen
wij U er op, dat alle inrichtingen, waarop de Hinderwet van toepassing is,
limitatief zijn opgesomd in het Hinderbesluit, een algemene maatregel van
bestuur ter uitvoering van de Hinderwet. Een bedrijf als het onderwerpelijke
is daarbij niet genoemd. In Uw vergadering van 24 november j.l. is dan ook
meegedeeld, dat naar het zich liet aanzien de Hinderwet geen toepassing zou
kunnen vinden. Hu zijn in het Hinderwetbesluit echter ook als inrichtingen,
welke daarbuiten gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken, aangewezen zo-
V-
-or
