danige, waar één of meer electromotoren worden gebezigd met een vermogen
of een gezamenlijk vermogen groter dan 2.p.k., met dien verstande evenwel,
dat bij de berekening van het gezamenlijke vermogen buiten beschouwing
blijven de electromotoren met een vermogen-van niet meer dan 0,3 p.k., welke
deel uitmaken van handgereedschap, ventilatoren en kantoormachines. In het
onderhavige kippenhok zijn aanwezig één electromotor van 1 p.k. en 11 elec
tromotoren met een vermogen van een fractie meer dan 0,3 p.k. per stuk, deel
uitmakende van ventilatoren.
Deze motoren moeten derhalve bij de beschouwing van het gezamenlijk vermogen
wel in aanmerking worden genomen. Het gezamenlijk vermogen komt aldus bovon de
2 p.k. zodat de inrichting strikt formeel wel Hinderwetplichtig is. Volgens
de jurisprudentie moet in een dergelijk geval, ook al is slechts een onder
deel van de inrichting in het Hinderbesluit genoemd, de gehele inrichting
door een Hinderwetvergunning worden gedekt en kunnen ten aanzien van die ge
hele inrichting bij het verlenen van de vergunning voorwaarden worden ge
steld. Eén van die voorwaarden zal betrekking kunnen hebben op het voorkomen
van de hinder, welke in het adres wordt omschreven. Wij zullen derhalve de
heer van der V/oude aanschrijven zo spoedig mogelijk alsnog een vergunning
ingevolge de Hinderwet aan te vragen. Zodra deze aanvraag bij ons is inge
diend zullen v/ij de eigenaren en gebruikers van belendende percelen overeen
komstig artikel 9 van de Hinderwet kennis geven van het verzoek om vergunning.
Hetzelfde zal geschieden door aanplakking van zodanige kennisgeving aan de
pui van het stadhuis en cp het terrein van de inrichting. Gedurende tien dagen
na dagtekening van de openbare kennisgeving bestaat voor een ieder de gelegen
heid schriftelijk bezwaren bij ons in te dienen. Bovendien wordt nog gelegen
heid gegeven in een openbare zitting ten stadhuize mondeling bezwaren in te
brengen.
Ha kennisneming van eventuele bezwaren en van de technische adviezen
moeten wij overwegen, of het verantwoord is de gevraagde Hinderwetvergunning
te verlenen en, zo ja, welke voorv/aarden daaraan moeten worden verbonden
om de ondervonden hinder te voorkomen. Alhoewel wij in dit stadium geen de
finitief standpunt innemen, achten wij het voorshands niet uitgesloten afdoende
voorwaarden te stellen.
Tenslotte wijzen wij U nog op het bepaalde in artikel E 7 van de nieuwe
Algemene Politieverordening. Deze verordening is nog niet in werking getre
den, doch dit zal binnen afzienbare tijd wel het geval zijn. Dan zal dit artikel
ook op het onderhavige geval van toepassing zijn. liet eerste lid van dit artikel
luidt: "Het is verboden in de bebouwde kom dieren te houden, indien daardoor
voor de gebruikers van nabijgelegen percelen of voor de gebruikers van een
weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats hinderlijke stank
wordt verspreid". Ontheffing van dit verbod is niet mogelijk.
De heer van der Woude zal derhalve, wil hij zijn bedrijf ter plaatse kunnen
blijven exploiteren, ook op grond van de nieuwe Algemene Politieverordening
zodanige maatregelen moeten nemen, dat geen situatie ontstaat als omschreven
in het geciteerde artikel E 7 van de A.P.V.
Wij menen, dat de vragen van adressanten in het bovenstaande volledig
zijn beantwoord en geven U in overv/eging hen dienovereenkomstig teberichten.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
S. Brandsma Burgemeester.
de Jong
Secretaris.
Aanvaarden van een schenking.
Bijlage nr. 421. Leeuwarden, 12 december 1969»
Aan de gemeenteraad.
De toenemende verkeersonveiligheid voor voetgangers, die de ringweg
moeten oversteken, en met name een aantal ernstige ongevallen op de voet
gangers oversteekplaats op de Pieter Stuyvesantweg tegenover de Fruitstraat
in de laatste jaren aan voetgangers overkomen (waaronder een zeer recent
geval), zijn voor enkele inwoners van onze stad aanleiding geweest zich
in de afgelopen dagen te beraden omtrent de vraag, of zij wellicht op eniger
lei wijze een bijdrage zouden kunnen leveren tot verhoging van de veilig
heid van voetgangers bij het oversteken van de bedoelde drukke verkeers
weg.
Het doet ons genoegen U te kunnen meedelen, dat de bedoelde personen
ons namens een twintigtal grote en kleine bedrijven in het oosten van de
stad hebben doen weten, dat die bedrijven bereid zijn op hun kosten een
voetgangersbrug over de Pieter Stuyvesantweg te doen bouwen (op de plaats
van de bestaande voetgangersoversteekplaats) en deze brug aan onze gemeen
te over te dragen.
De brug zal worden gebouwd overeenkomstig de voor U ter inzage geleg
de tekeningen, hetgeen inhoudt, dat alleen de hoofdrijbaan zal worden over
brugd en dat de opgangen van de voetbrug een plaats zullen krijgen in de
groenstroken tussen de hoofdrijbaan en de ventwegen. De oversteekplaats op
de hoofdbaan zal daarbij moeten vervallen. De schenkers hopen het plan op
korte termijn te kunnen verwezenlijken.
Met waardering hebben wij kennis genomen van dit initiatief. Met de
gevers hebben v/ij de hoop, dat dezen met het leveren van deze bijdrage
tot vergroting van de verkeersveiligheid een stimulerend en navolgens
waardig voorbeeld geven tot vergroting van de burgerzin in dit opzicht
in onze gemeente.
Wij stellen U dan ook gaarne voor de schenking te aanvaarden dooi"
vaststelling van het hierna afgedrukte besluit onder het uitspreken van
Uw erkentelijkheid voor de geste, die de schenkers tegenover onze gemeen
te en naar inwoners hebben gemaakt.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,