- 6 - desbetreffende commissie omtrent de door ons college aangepaste ontwerp begroting opnieuw zou worden gehoord. Dat zou echter in de procedure van voorbereiding van de begrotingen moeilijk kunnen worïen ingepast zonder dat dit tot een latere indiening van de ontwerp-begrJtingen bij de raad en dus tot vertraging van de vaststelling van de begroting zou leiden. Hierbij merken wij op, dat voor de behandeling van ds ontwerpen van de .primitieve begrotingen ingevolge het Reglement van Orde voor de vergade ringen van de gemeenteraad een zodanige procedure ge.-db, dat de raadsle den, die zitting hebben in een bepaalde commissie al_e gelegenheid hebben vóór de openbare raadsvergadering (t.w. in de desbetreffende afdelingen) over de in de oorspronkelijke concept-bedrijfsbegroting aangebrachte veranderingnvragen te stellen en opmerkingen te maken. Samenstelling; Voorzitter behoort naar ons gevoelen jen door ons aange wezen lid van het college van b. en w. te zijn. Vervanging van de voor zitter geschiedt ook hier door en uit het college van b. en w. De voor zitter zou in de commissie slechts een adviserende stem moeten hebben. Van geval tot geval dient onzes inziens te worden bekeken hoeveel leden de commissie naast de voorzitter moet tellen. De leden worden door de raad benoemd. Zowel raadsleden als niet-raadsleder zijn tot lid benoem baar. Vooralsnog achten wij het gewenst, dat tenminste de helft van het aantal leden van een dergelijke commissie uit raadsleden bestaat. Het sluit naar onze mening aan op de inhoud van artikel 62, tweede lid, van de gemeentewet, dat niet-raadsleden op onze aanbeveling worden benoemd. Er zijn sommige van deze commissies, waarin naar onze mening beslist ook niet-raadsleden zitting behoren te hebben. Bij de desbetreffende ontwerp besluiten hebben wij in die gevallen dat dan ook aangegeven. Daarnaast is het denkbaar, dat er eens een enkele commissie is, die beter alleen uit raadsleden kan bestaan. Een bepaling van die strekking zou dan in het desbetreffende instellingsbesluit moeten worden opgenomen. Ten aanzien van de hierna te noemen commissies hebben wij in de ontwerp besluiten een dergelijke bepaling niet opgenomen. Tenslotte zijn er onder deze commissies bepaalde, waaromtrent wij van gevoelen zijn, dat het niet noodzakelijk is?maar ook geen bezwaar hoeft te ontmoeten, dat daarin ook niet-raadsleden zitting hebben. In die ge vallen kan worden volstaan met het vaststellen in de desbetreffende in stellingsbesluiten van het totale aantal leden, zulks golet op artikel 1, tweede lid, van de ontwerp-verordening Ho. 19799 t> blz.i.l3)..D.e zittirgs- duur niet alleen van de raadsleden, die lia van co Commissie zijn, doch ook van de andere Commissieleden zou naar onze mening parallel moeten lo pen met de zittingsperiode van de leden van de raad alszodanig. Secretaris zou naar ons oordeel moeten zijn een door ons aangewezen secretarie-ambtenaar. V/elke commissies? 1e. Commissie voor de Gemeentelijke Sociale Dienst 1) <-eCommissie voor de Volkshuisvesting j_ hierin zou iedere woningbouwcor poratie met eén lid vertegenwoordigd kunnen zijn, terwijl overwogen zou kunnen worden, of een vertegenwoordiging vai de gezamenlijke vrouwenorganisaties in de gemeente ("Tot Opbouw") hierin op haar plaats zou zijn_7; 3e. Commissie voor de Volksgezondheid; 4e. Commissie voor het Opbouwwerk; 5e. Commissie voor de Straatnaamgeving. l) Deze commissie kan naar ons gevoelen geheel of een dele samenvallen met die, vermeld in bijlage II, onder E, sub 1 Commissie van Advies Gemeentelijke Sociale Dienst). b2Commissies van advies en bijstand, tevens belast net beheerstaken (artikelen 62 en 63 van de gemeentewet). Het is denkbaar, dat een commissie enkel een beheerscommissie is. In de regel zullen wij echter de behoefte hebben om ten aanzien van aangelegen heden, waaromtrent wij beslissingen moeten nemen en die liggen op het ter-' rein, waarop een dergelijke commissie werkzaam is, deze commissie tevoren te raadplegen. Daarom zal een zodanige commissie in de regel ook de func tie van commissie van advies en bijstand moeten hebben. Veelal zal het accent zelfs liggen op de adviserende en bijstandstaak. Zoals wij hiervoor ook hebben aangeduid is trouwens het onderscheid tussen de onder a, b1 en b2 omschreven commissies veelal slechts gradueel en niet principieel; een scherpe begrenzing tussen deze drie categorieën is naar ons gevoelen niet te trekken. Wij willen dan ook beslist niet de mogelijkheid uitsluiten, dat enige, wellicht geringe verandering van de omstandigheden een ver schuiving van een commissie van de ene categorie naar een andere- met de consequenties daarvan- teweeg kan brengen. TaakVoor wat betreft de adviserende en bijstandstaak verwijzen wij naar hetgeen wij hierboven onder b1 stelden. Daarnaast kunnen met inachtneming van artikel 63, tweede lid, van de gemeentewet beheersbevoegdheden van ons college door de raad aan de commissie worden toegekend. Wij menen, dat de wenselijkheid van handhaving van cfe eenheid van het personeelsbeleid in de gemeente meebrengt, dat de bevoegdheid tot aanstelling, bevordering e.d. van personeel over het algemeen niet aan een commissie wordt overgedragen Overigens ligt het voor de hand, dat een dergelijke commissie ten aanzien van het personeelsbeheer betreffende "haar" onderdeel van de huishouding van de gemeente in haar hoedanigheid van commissie van advies en bijscr wel wordt geraadpleegdTen aanzien van de aanstelling van directielede hebben wij in de desbetreffende ontwerp-besluiten de verplichting ;o raadplegen van de commissies terzake opgenomen. In aansluiting op hetgeen wij in de inleiding reeds stelden mei r wij hier nog op, dat overdracht van beheersbevoegdheden steeds aan b r de beperkingen gebonden behoort te zijn, opdat de eenheid van het gemeen telijk beleid niet wordt aangetast, de coördinatie van de diverse gemeen telijke taken en belangen gewaarborgd is en de functie var. de voornaams te- bestuursorganen van de gemeente niet op onverantwoorde wijze wordt uitge hold. Bij overdracht van beheersbevoegdheid denken wij dan ook aan een bepaald stuk dagelijks beheer van een duidelijk omlijnd onderdeel vin de gemeentelijke huishouding, waarbij het voornamelijk gaat om technisch- commerciële zaken. Zodra het echter betreft bestuurlijke aspecten zijn v/ij tot de conclusie gekomen, dat een dergelijke overdracht van bevoegd heid in het algemeen minder wenselijk moet worden geacht met het oog op de duidelijkheid van de bestuurlijke verhoudingen en verantwoordelijkheden. In die gevallen, waarin aan commissies beheersbevoegdheden worden over gedragen, zullen wel voorzieningen moeten v/orden getroffen, die een zeker toezicht van burgemeester en wethouders mogelijk maken. Zo zal een derge lijke commissie ook aan burgemeester en wethouders alle door hen gewenste inlichtingen moeten verstrekken. Alleen op deze wijze kunnen burgemeester en wethouders de verantwoordelijkheid voor het algemene beleid dragen. Zij kunnen de raad van bepaalde ontwikkelingen op de hoogte houden en in het ergste geval aan de raad zelfs voorstellen aan de commissie bepaalde, on juist uitgeoefende bevoegdheden of zelfs iedere beheerstaak te ontnemen. Samenstelling; Voorzitter van een commissie, die ook met beheersbevoegd heden is belast, moet naar onze mening ook weer een door burgemeester en wethouders uit hun midden aangev/ezen lid zijn, terwijl vervanging op de zelfde wijze dient plaats te vinden. Bij het uitoefenen van de beheers bevoegdheden behoort hij in de commissie een stem te hebben als de leden. Treedt de commissie op als commissie van advies en bijstand voor burge meester en wethouders, dan zal hij echter ook hier weer slechts een advi serende stem moeten hebben. De leden v/orden door de raad benoemd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1970 | | pagina 121