2.
V A\J.) ,.v?
W
2 -
II. Inventarisatie
A.
12
In de gemeente bestaande raadscommissies
Ier gemeentereiniging
In onze gemeente kennen wij de volgende raadscommissies;
1. vaste commissies van voorbereiding;
a. de wettelijk verplichte commissie voor de strafverordeningen;
voor zover wij hebben kunnen nagaan bestaat er geen verordening
waarbij de werkwijze van deze commissie ter aanvulling van de wet
telijke bepalingen is geregeld;
b. de commissie voor de straatnaamgeving; deze steunt on de op 26 ok
tober i960 vastgestelde Verordening, regelende de werkkring van de
vaste commissie, belast met de voorbereiding van besluiten betref
fende de naamgeving van wegen (Gemeenteblad 1961no. 2);
2. vaste commissies van bijstand;
a. de commissie Openbare V/erken, steunende op het besluit tot het in
stellen van een commissie voor Openbare Werken en vaststelling der
verordening, regelende de werkkring van die commissie (Gemeenteblad
1868, no. 7)5
b. de Financiële Commissie, steunende op de verordening, regelende de
samenstelling en de werkkring van de vaste raadscommissie van bij
stand voor de gemeentefinanciën (Gemeenteblad 1919no. 8);
c. de Commissie voor de Reinigings- en Ontsmettingsdienststeunende
op de Verordening, rogelende de samenstelling en de werkkring van
de commissie van bijstand voor het bedrijf d
(Gemeenteblad 1920, no. 9);
d. de Commissie voor de Energiebedrijven, steunende op de Verordening j
regelende de samenstelling en de werkkring van de commissie van bij
stand voor de gemeentelijke waterleiding en lichtbedrijven te Leeu
warden (Gemeentebladen 1921no. 42 en 1925no. 5);
e. de Commissie voor de kleuterscholen, steunende op de Verordening,
regelende de werkkring van de commissie voor de gemeentelijke be
waarscholen (Gemeenteblad 1924no. 27);
fde Commissie voor de Markt- en Havendienst en het Slachthuis en de
Veemarkt, steunende op de Verordening, regelende de samenstelling
en de werkkring van do commissie van bijstand voor het markt- en
havenwezen en het openbaar slachthuis (Gemeenteblad 1934, no. 4);
g. de Sport - en Rocreatiecommis siesteunende op de Verordening, rege
lende de samenstelling en de werkkring van de commissie van advies
en bijstand voor de gemeentelijke dienst voor Sport en Recrea
tie (raadsbesluit van 7 oktober 1964no. 12944 h).
Deze laatsue verordening is reeds tot stand gekomen onder vigeur
o en rost inachtneming van de bovenbedoelde herziene bepalingen.
Verdere gemeentelijke bepalingen, betreffende raadscommissies.
Naast de zoeven vermelde commissieverordeningen zijn er nog enige
door de Gemeenteraad vastgestelde bepalingen, die betrekking hebben op
commissies, en wel enkele artikelen van het Reglement van Orde van de
vergaderingen van de Raad der gemeente Leeuwarden (Gemeenteblad 1961
hier
voor het onderzoek van de
no
1
19). He
irtikel
betreft
Commis s ie
geloofsbrieven;
zij bestaat uit drie raadsleden, door de voorzitter van de Raad be
noemd voor de zittingsduur van de Raad;
artikel 5de raadsvoorzitter benoemt alle zodanige raadscommissies,
waarvan de Raad eenparig aan hem de benoeming opdraagt;
artikelen 41 t/m 49" deze behelzen - overeenkomstig de eis van artikel
63
van de Gemeentewet, zoals dat luidde
voor de wetswijziging - de re
gelen voor het benoemen van commissies tot uitvoering van een bijzon
dere last (commissies ad hoe), terwijl ook de werkwijze van dergelijkeö
commissies daarbij is geregeld;
artikel 55: bepalende, dat de commissie van rapporteurs zoveel mogelijk
in alles met een commissie als bedoeld in de artikelen 41 t/m 49 wordt I
gelijk gesteld.
- 3 -
B. Behalve de bovengenoemde raadscommissies is er nog een aantal gemeente
lijke commissies, die in deze nota vermeld moeten worden t.w.s
a. de Commissie van advies over de besteding van do gelden van het
Fonds voor Culturele Doeleinden. Dit is een adviescommissie, door
ons in het loven geroepen;
b. de Commissie van advies voor de verfraaiing van het stadsbeeld, in
1958 omgedoopt tot Commissie van advies voor monumentale Kunst (M.K.C
Ook dit is een door ons gevormde adviescommissie;
c. do Commissie Uitvoering Ventverordening; deze steunt op een veror-
dening (Gemeenteblad 1949no2artikel 3) on nee f t tot taak ons
College voor te lichten omtrent het al dan niet verlenen van een
ventve rgunning
Wij bepalen het aantal leden van de commissie, alsmede hun zittings
duur; als wij de commissie instellen, moet daarin tenminste een ver
tegenwoordiger van de Centrale Vereniging voor de Merkt-Straat-
en Rivierhandel worden benoemd;
d. de Beurs- en Waagcommissiesteunende op do Verordening, regelende
het gebruik van de beurs en do waag (Gemeenteblad 1921, no. 26).
V/ij benoemen de leden hiervan (ten hoogste 9)» zoveel mogelijk uit
de beurs- en waagbezoekersde commissie zendt ons zodanige berich
ten en doet ons zodanige voorstellen als zij in het belang van de
beurs en waag nodig acht; wij kunnen aan de commissie de uitvoering
van werkzaamheden, beurs en waag betreffende, opdragen; desgevraagd
dient de commissie ons van advies omtrent alle punten beurs en
waag betreffende;
o. de Commissie voor de stadsautobusdienst, door ons College in 1952
in het leven geroepen met als taak het gebruik van de stadsdienst
in Leeuwarden te stimuleren en het contact te verstevigen tussen de
partijen, die bij de instandhouding van deze dienst belang hebben,
t.w. de burgerij, het gemeentebestuur en de exploitanto;
f. 1? de Commissie van beheer voor het gemeentelijk studiofonds;
2? de Commissie van advies voor het gemeentelijk studiefonds;
De laatstbedoelde commissie beoordeelt jaarlijks de prestaties van
degenen, voor wie een aanvrageom een bijdrage uit het fonds is
ingediend. Do eerstbedoelde commissie beslist aan de hand van die
beoordeling en lettende op de financiële positie van de aanvragers,
of een bijdrage wordt toegekend.
Volledigheidshalve vermelden wij nog, dat naast de bovengenoemde
nog tal van commissies bestaan, waarvan de basis is gelegen in of
die geëist worden bij bijzondere wetten of wettelijke regelingen
(Commissie voor Georganiseerd Overleg, Commissie van toezicht op
het Middelbaar Onderwijs, Commissie voor de uitvoering van sociale
regelingen enz.).
De gegeven opsomming behelst derhalve de op do oude bepalingen van
de Gemeentewet steunende commissies alsmede de commissies, waarvoor
niet een speciale wettelijke grondslag is aan te geven.
III. Strekking van de wijziging van de Gemeentewet.
De op 10 augustus j.l. van kracht geworden wijziging van de Gemeente
wet heeft ten doel te komen tot een ruime spreiding van bestuur binnen
de gemeente (binnengemeentelijke decentralisatie). Dij geeft de gemeente
besturen een grote mate van vrijheid en ruimte om burgers te betrekken bij
de bestuursactiviteitenin de verwachting, dat aldus bij de burgerij
meer begrip, belangstelling en medewerking ontstaan voor het wel en wee
van de eigen plaatselijke gemeenschap. De steeds groter wordende afstand
tussen bestuur en bestuurden kan op deze wijze iets worden ingekort, de
steeds gebrekkiger wordende communicatie kan op deze manier enige verbe
tering ondergaan.
BunaHHr«