I
I
Bijlage III.
I, In het ontwerp-instellingsbesluit voor de commissie van advies en bij
stand voor het Woningbedrijf (b. II»9) worden de volgende artikelen ge
noemd
artikel 28 van de Huurverordening:
1. Met betrekking tot hetgeen door de huurder of een ander onderzijn ver
antwoordelijkheid in strijd met de wet of deze verordening is verricht
of nagelaten, zijn burgemeester en wethouders gerechtigd en door de huur
der door het aangaan van de huurovereenkomst onherroepelijk gemachtigd
tot het wegnemen van hetgeen is aangebracht, beletten van hetgeen wordt
ondernomen, verrichten van hetgeen is nagelaten en aanbrengen van het
geen is weggenomen, een on ander op kosten van de huurder zonder dat eni
ge ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst zal zijn vereist.
2. De kosten van de in het eerste lid bedoelde maatregelen, dient de
huurder binnen veertien dagen, nadat deze schriftelijk te zijner kennis
zijn gebracht, te voldoen.
5. Schade of gemis van genot, voortvloeiende uit enige handeling door of
vanwege de Gemeente in verband met het eerste lid, geeft aan de huurder
geen recht op schadevergoeding of vermindering van de huurprijs.
artikel 177, derde lid, van de gemeentewet;
Burgemeester en wethouders besluiten, zover de raad niet anders be
paalt, tot het voeren van rechtsgedingen door de gemeente betreffende het
ontruimen van woningen, het invorderen van woninghuren en de ontbinding
van overeenkomsten ter zake van de huur van woningen.
B. In de proeve van een Verordening, regelende de taak van de vaste commis
sie van advies en bijstand, tevens belast met beheerstaken,voor het Wo
ningbedrijf (c.) worden de volgende artikelen genoemd:
Huurverordening:
Artikel 2:
Burgemeester en wethouders verhuren de percelen overeenkomstig de
bepalingen van deze verordening aan door hen aan te wijzen personen.
Zij kunnen met betrekking tot het verhuren van een perceel of een com
plex van percelen nadere voorschriften vaststellen.
Artikel 26:
1. Burgemeester en wethouders kunnen een bevoegdheid, hun ingevolge deze
verordening toekomende, delegeren aan de directeur.
2. Tegen een beslissing van de directeur, genomen uit kracht van een hem
ingevolge het eerste lid gedelegeerde bevoegdheid, kan de huurder binnen
14 dagen nadat zij te zijner kennis is gebracht, schriftelijk bij burge
meester en wethouders in beroep komen.
Artikel 28:
zie hierboven.