BESLUIT Aan de Gemeenteraad. Van verschillende zijden wordt geklaagd over de gevaarlijke toestand, welke als gevolg van afslag voor de scheepvaart (vooral voor de pleziervaart) is ontstaan langs de westzijde van de Greuns, ten noorden van de uitmonding van de Potmarge in de Greuns, dus ter hoogte van het terrein van de gemeente reiniging. Wij achten deze klachten gegrond omdat ter plaatse achter de voor malige beschoeiing een zeer ondiepe strook water is ontstaan, waarin nog res ten van deze beschoeiing aanwezig zijn. Deze situatie is op de ter.inzage ge legde tekening aangegeven. In verband met het vorenstaande hebben wij aan de directeur der Openbare Werken verzocht een plan te ontwerpen voor het aanbrengen van een beschoeiing op de plaats van de oude, waardoor een einde wordt gemaakt aan de eerderge- schetste gevaarlijke toestand en waarmede tevens een verdere afslag van het terrein van de gemeente-reiniging wordt voorkomen. Gebleken is, dat de beschoeiing zal moeten worden aangebracht over een lengte van plm. 95 ra. be beschoeiing zal bestaan uit azobé-damplanken, dik 6,5 cm en lang 4»75 ra, die verankerd zijn aan betonplaten van 1,00 x 1,00 m, via 4,5 m lange ankerstangen. Bij de berekening van de beschoeiing is in dit geval uitgegaan van een waterdiepte van ruim 3 ra en taluds onder water van 1 3> waarbij de bodem voor de beschoeiing op ongeveer 1,75 ra - FZP kan ko men te liggen. De kosten van een dergelijke beschoeiing worden geraamd op 470»- per ra, zodat voor het aanbrengen van een beschoeiing langs het onderhavige vaartge deelte benodigd is een bedrag van rond 45.000,- 95 ra 470»-) Het onderhavige terrein is ondergebracht in het Grondbedrijf; de kosten worden bij gronduitgifte verhaald in het kader van een sluitende exploitatie. Onder mededeling, dat de Commissie voor Openbare Werken en de Financi ële Commissie zich met het vorenstaande kunnen verenigen, geven wij U in overweging te besluiten overeenkomstig het hierbij gevoegde ontwerp. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, de Jong, Secretaris. No. 1J21 DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het op 10 december 1969 ingekomen verzoek van het bestuur van de Vereniging voor Protestants Christelijk Basisonderwijs te Leeuwarden om medewerking, als bedoeld in artikel 72 van de Lagor- onderwijswet 1920, voor de aanschaffing van een instrumentarium en een methode voor het vak natuurkunde ten behoeve van de onder zijn bestuur staande school voor gewoon lager onderwijs, de Albertine Agnesschool, Euterpestraat 28-1, alhier; overwegende, dat de onderhavige school slechts beschikt over zeer weinig materiaal voor het onderwijs in dit vak; dat door de inwilliging van het verzoek de.normale eisen, aan het geven van lager onderwijs te stellen, niet zullen worden overschreden; dat het verzoek voldoet aan de in artikel 73 van de wet omschre ven eisen; gelet op het advies van Burgemeester en Wethouders, d.d. 4 febru ari 1970 (bijlage nr. 29); de gevraagde medewerking te verlenen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Aanbrengen van een walbeschoeixng langs een gedeelte van de Greuns (westzijde). Bijlage no. 30. Leeuwarden, 4 februari 1970. J.S. Brandsma, Burgemeester.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1970 | | pagina 172