J
i
A
v
s
I
I
I
No. 770.
DE RAAD. DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van
16 januari 1970 (bijlage no. 37
BESLUIT
vast te stellen de volgende
Verordening op de heffing van
reinigingsrechten.
Artikel 1
Aardvan.ude;heff ing.
Onder de naam van reinigingsrechten worden rechten geheven voor
het gebruik maken van de in deze verordening genoemde diensten van
de dienst voor Reiniging en Brandweer.
Artikel 2.
Begripsomschrijving
I. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
1. "genothebbende van de eigendommen" degene, die op het tijd
stip, waarop een dienst van de dienst voor Reiniging en
Brandweer wordt aangevraagd of een aanvang neemt, krachtens
zakelijk recht als zodanig in de kadastrale leggers is aange
wezen, tenzij mocht blijken, dat daarin een misstelling heeft
plaats gehad of dat een vóór de dienstverlening plaatsgevon
den overgang van rechten daarin nog niet was opgenomen, in
welke gevallen met de werkelijke toestand rekening wordt
gehouden;
2. "hoofdbewoner of hoofdgebruiker" degene die, de feitelijke
omstandigheden in aanmerking genomen, als zodanig is aan te
merken;
5. "gezin": een aantal personen, dat gezamenlijk een huishouden
voert, dan wel één persoon, die zelfstandig een huishouden
voert;
4. "tijdelijk verblijf": een verblijf, aangewend voor tijdelijke
bewoning of gebruik en niet in de kadastrale leggers vermeld;
5. "huurwaarde": de huurwaarde op 1 januari 1963* vastgesteld
overeenkomstig de bepalingen van de wet op de personele be
lasting 19505 zonder de vermindering als bedoeld in artikel
13» 1e lid, en in artikel 16 van die wet;
6. "privaatton" of "laadkist": een aan de gemeente in eigendom
toebehorende en door de dienst voor Reiniging en Brandweer ten
behoeve van de inzameling van faecaliën, huisvuil en andere
afvalstoffei beschikbaar gesteld voorworp.