- 8 -
Artikel 14.
De vooruitbetaalde rechten zijn voor de helft verschuldigd
indien een aanvraag om dienstverlening schriftelijk wordt ingetrokken,
voordat met de uitvoering een aanvang is gemaakt»
Vermindering
Artikel 15.
Onjuist in rekening gestelde rechten kunnen ambtshalve worden
verminderd of vernietigd, zolang niet sedert het tijdstip waarop
deze rechten verschuldigd waren, drie jaren zijn verstreken.
Restitutie
Artikel 16.
Indien tengevolge van een beslissing op een bezwaarschrift
of een beroepschrift, op een verzoek om ontheffing, van een ambts
halve vermindering, dan wel in het geval bedoeld in artikel 14
overeenkomstig de bepalingen van de gemeentewet en deze verordening
genomen of gedaan, reeds betaalde rechten worden teruggegeven, ge
schiedt zulks zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnetf één
maand na de dag, waarop de desbetreffende beschikking is genomen of
de intrekking van de aanvraag is binnengekomen.
Navordering.
Artikel 17.
1Indien enig feit grond oplevert voor het vermoeden, dat ten on
rechte is afgezien van het in rekening stellen van rechten dan
wel de in rekening gestelde rechten ten onrechte zijn verminderd
of teruggegeven of ten onrechte te weinig rechten in rekening zijn
gesteld, kunnen de te weinig geheven rechten worden nagevorderd
zo lang niet sedert het tijdstip, waarop de rechten geheven hadden
moeten worden, drie jaren zijn verstreken.
2. Het na te vorderen bedrag wordt met het viervoud verhoogd, ten
zij op grond van dwaling, verschoonbaar verzuim of niet aan de
belastingplichtige te wijten oorzaken redenen aanwezig zijn om
deze verhoging niet of slechts gedeeltelijk toe te passen.
Delegatie*
Artikel 18.
Ingevolge het bepaalde bij artikel JOI van de gemeentewet treedt
voor de toepassing van de artikelen 299 en 300 van die wet in de
plaats van de Gemeenteraad, van Burgemeester en Wethouders en van de
Burgemeester, de administrateur van de dienst voor Reiniging en
Brandweer.
- 9 -
Inning.
Artikel 19.
1. De inning van de rechten geschiedt, vermeerderd mot eventuele
omzetbelasting, door of namens de administrateur van de dienst
voor Reiniging en Brandweer.
Van elke betaling wordt een bewijs van kwijting afgegeven, tenzij
het verschuldigde recht per giro, bank of door middel van een
postwissel wordt overgemaakt.
2. Do rechten zijn bij vooruitbetaling verschuldigd.
3. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid kan de voldoening
van de rechten in de gevallen, dat het recht eerst na de dienstver
lening kan worden bepaald, en van de rechten, bedoeld in artikel
8 onder I, sub 2 en in artikel 9? geschieden uiterlijk 14 dagen
na de dagtekening van de facturen, waarop deze rechten in rekening
worden gesteld.
Invordering.
Artikel 20.
1. Ingeval van niet of niet tijdige betaling van de rechten geschiedt
do invordering overeenkomstig het gestelde in de artikelen 291
tot en met 295 van de gemeentewet.
2. In zodanig geval verstrekt de administrateur van de dienst voor
Reiniging en Brandweer aan de Gemeenteontvanger de voor de
vervolging benodigde gegevens.
Afschrijving
Artikel 21
2.
Indien een belastingschuldige niet in staat is anders dan met
buitengewoon bezwaar de verschuldigde belasting geheel of gedeel
telijk te voldoen, kan het verschuldigde bedrag door Burgemeester
en Wethouders geheel of gedeeltelijk worden afgeschreven.
De afschrijving, bedoeld in het eerste lid van dit artikel wordt
slechts verleend op schriftelijk verzoek van do belast
cp het verzoek wordt niet beslist, alvorens de Gemcentc-mt
is gehoord.
-ngschuldige
.vanger
Slotbepaling
Artikel 22.
1. Deze verordening treedt in werking op 1 april 1970.
2. Op dit tijdstip vervalt de Verordening op de heffing van reinigingE
rechten, vastgesteld bij raadsbesluit van 23 april 1968no. 5781,"
goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 27 mei 1968, nr. 23, met
-dien verstande, dat zij van kracht blijft ten aanzien van rechten,
die vóér dat tijdstip verschuldigd zijn gewerden.
Aldus vastgesteld in de openbare vergaderin
van
Voorzitter