No. 1327
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen een op 4 december 1969 ingekomen verzoek - geredresseerd
bij brief van 9 januari 1970 - van het bestuur van de Vereniging voor
Protestants Christelijk Basisonderwijs te Leeuwarden om medewerking, als
bedoeld in artikel 72 van de Lager-onderwijswet 1920 voor het aanbrengen
van een nieuw schoolbord op hot bestaande schuifmechanisme in de onder
zijn bestuur staande school voor gewoon lager onderwijs, de Koningin
Emmaschool, Willem Sprengerstraat 77, alhier;
overwegende, dat uit een onderzoek is gebleken, dat het onderhavi
ge bord onbruikbaar is geworden, doordat scheurtjes zijn ontstaan in de
verflaag en het daaronder gelegen multiplex;
dat een schoolbord tot het meubilair behoort, zodat het schoolbe
stuur voor de vervanging van het bord een beroep kan doen op medewerking,
als bedoeld in artikel 72 van de Lager-onderwijswet 1920;
dat door de inwilliging van het verzoek de normale eisen, aan het
geven van lager onderwijs te stellen, niet zullen worden overschreden;
gelet op het advies van Burgemeester en Wethouders, d.d. 4 febru
ari 1970 (bijlage nr. 415
BESLUIT
de gevraagde medewerking te verlenen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Opheffing van de Menno van Coehoornschool II (g.l.o.)
Bijlage no. 43. Leeuwarden, 4 februari 1970.
Aan de Gemeenteraad.
Als gevolg van de veroudering van de bevolking in het betreffende stads
gedeelte en van de verplaatsing van de bevolking naar nieuwe wijken is het
aantal leerlingen van de Menno van Coehoornscholen I en II (beide gewoon
lager onderwijs) de laatste jaren aanzienlijk teruggelopen, zoals blijkt
uit het hierna opgenomen overzicht naar de toestand op 16 september van de
daar vermelde jaren:
School: 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966 1967 1968 1969
Menno van Coehoornschool I 219 214 207 202 195 187 177 169 146 138
Menn* van LCoehoornschool
II 218 212 217 199 198 188 179 168 138 127
437 426 424 401 393 575 356 337 284 265
Wegens het bereiken van de 65-jarige leeftijd zullen de hoofden van
beide scholen met ingang van het schooljaar 1970-1971 niet terugkeren. In
verband met deze vakatures hebben wij ons afgevraagd, of hierin ook aanlei
ding moet worden gevonden tot samenvoeging van beide scholen over te gaan,
mede lettende op de zo juist geschetste gang van zaken met betrekking tot
het leerlingenverloop.
In het schooljaar 1967-1968 had elk van beide scholen slechts 5 leer
krachten en enkele klassencombinaties, terwijl van augustus 1968 af de
scholen onvolledige scholen zijn in die zin, dat bepaalde leerjaren ont
breken. Sinds augustus 1969 heeft de Menno van Coehoornschool I geen 5e
leerjaar en de Menno van CoehoornschoolH geen 2e leerjaar. Dat onvolledige
scholen onderwijskundige bezwaren opleveren, behoeft naar onze mening geen
nader betoog. Bovendien stuiten dergelijke scholen begrijpelijkerwijs op
weerstanden bij de betreffende ouders. In deze situatie dient o.i. dan ook
zo spoedig mogelijk verandering te worden gebracht. Bij samenvoeging van
beide scholen zal één school ontstaan met waarschijnlijk 8 leerkrachten.
Aangezien evenwel met een verdere daling van het aantal leerlingen rekening
moet worden houden, ligt het in de verwachting, dat de school over enkele
jaren zal teruglopen tot een zesklassige school.
De Inspekteur van het lager onderwijs heeft geen bezwaren tegen bedoelde
samenvoeging, terwijl in een bijeenkomst met de oudercommissies, het onder
wijzend personeel van beide scholen en een delegatie van de Schoolraad ten
behoeve van het openbaar lager onderwijs, instemming met die samenvoeging
is uitgesproken.
In zijn op 8 december j.l. gehouden vergadering heeft de Schoolraad zich dans
daarmede eveneens verenigd.
Het wil ons voorkomen, dat de samenvoeging kan geschieden door ophef
fing van de Menno van Coehoornschool II en overplaatsing van het onderwij
zend personeel en van de leerlingen naar de Menno van Coehoornschool I, die
wij dan zullen aanduiden als Menno van Coehoornschool.
In de zo juist genoemde bijeenkomst heeft het personeel van de Menno van
Coehoornschool II tegen zijn overplaatsing geen bezwaren gemaakt.