8. de kosten van deze ruilovereenkomst, registratie-en overschrijving.
rocn,en inbegrepen, komen voor rekening van de gemeente Leeuwarden;]
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering,
van
Voorzitter.
Secretaris.
Nota inzake het bejaardenbeleid.
Bijlage no. 95- Leeuwarden 18 maart 1970
Aan de Gemeenteraad.
In de begrotingsvergadering van 24 februari j.l. is,, naar aanleiding
van de in de vijfde afdeling van de raad hieromtrent reeds eerder ge
stelde vragen, aan de orde geweest het door ons college gevolgde en te
volgen bejaardenbeleid, vooral waar het gaat om de opname van bejaarden
met een medische en sociale indicatie. Gelet op de importantie van het
onderhavige onderwerp hebt U op voorstel van de voorzitter, besloten nader
op dit punt terug te zullen komen, nadat wij in dezen een preadvies hebben
uitgebracht
Ingevolge dit besluit geven wij U in deze nota, naast hetgeen wij tijdens
de begrotingsbehandeling hebben kenbaar gemaakt, onze verdere visie omtrent
het probleem der bejaardenhuisvesting.
Het is algemeen bekend, dat het aantal bejaarden in onze samenleving
sedert het begin van deze eeuw, maar vooral sinds de jaren dertig, zowel
absoluut als relatief sterk is toegenomen, als gevolg van de sterke stij
ging van het geboortecijfer en de voortschrijdende daling van de sterfte
kans
Ten aanzien van de verdere ontwikkeling moge het volgende worden
opgemerkt
Was op 31 december 1966 9,7$ van de Nederlandse bevolking 65 jaar en ouder,
voor 1 januari 1980 verwacht het CBS een percentage van 10,48 en voor
1 januari 2000 een percentage van 9>93 dus zelfs een relatieve teruggang.
De Leeuwarder bevolking geeft tot dusverre een ander beeld te zien
dan het landelijke beeld. Het percentage bejaarden naar de toestand van
31 december 1968 was hier 12,1 terwijl het landelijk percentage op dezelfde
datum 9,9 bedroeg.
Blijkens een daartoe ingesteld onderzoek waren op 1 augustus 19^7 ter
verzorging of verpleging binnen en buiten de gemeente 1950 Leeuwarder
bejaarden opgenomen. Dit is 18,4$ van het totaal aantal bejaarden, \fooral
het aantal hoogbejaarden (75 jaar en ouder) vertoont een sterke tendens
tot, toeneming.
Aangezien de bestaande tehuizen nagenoeg volledig bezel; zijn, hebben wij
nagegaan hoe vooral aan de problemen van de urgent verzorgingsoehoevenden
tegemoet kan worden gekomen.
Wij willen vooropstellen dat het hier om een zeer moeilijke zaak gaat;
een totale oplossing van het probleem op korte termijn zal dan ook naar
ons inzicht niet te realiseren zijn.
Een eerste stap in de goede richting is geweest de .instelling door de
besturen van de bejaardentehuizen en door ons college van een Centrale
Commissie .Openamebeleid Bejaarden. Deze commissie is begonnen met een
registratie en inventarisatie van de bejaarden, die opgenomen zouden moeten
worden in een verzorgings- of verpleegtehuis. Hit deze inventarisatie
blijkt, dat het aantal verzorgings- of verplegingsbehoevende bejaarden,
dat bij deze commissie is aangemeld, naar de toestand per 1 maart j.l. bijna.
400 personen bedraagt, waarbij een onderscheid gemaakt dient te worden tussen
lichte en zware verzorgingsbehoevenden. Immers, hoewel beide categorieën
dringend opname behoeven, is de vorm van hulpverlening duidelijk verscnil-
lend. Zo kan o.rn. bij de lichte gevallen worden volstaan met huishoudelijke
hulp en enige hulp aan eigen lichaam, terwijl bij de overige groep vaak
nagenoeg totale verpleging nodig zal zijn.