8
2. Het in het eerste lid vervatte verbod geldt niet voor zover het betreft het
roken in de voor het publiek bestemde ruimten van apotheken en drogisterijen
of het hebben van vuur in die ruimten, mits dit vuur meer dan 3 meter verwij
derd is van de in artikel 27, eerste lid, bedoelde stoffen.
3. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het verbod vervat
in het eerste lid, onder d, voorzover het roken betreft in een toonzaal en
van het verbod, onder e, indien het een ruimte betreft, die aan door hen
voor te schrijven brandveiligheidseisen voldoet.
Artike1 20
1. Het is verboden te roken, vuur te ontsteken of te hebben en licht te laten
branden op wegen en weggedeelten, waarvan de toegangen, zijn voorzien van
borden, waarop in duidelijk leesbare letters het opschrift is vermeld "Open
vuur en roken verboden".
2. Het in het eerste lid vervatte verbod voor zover het betreft het laten bran
den van licht geldt niet, indien gebruik wordt gemaakt van goed gesloten
lampen of lantaarns.
Artikel 21.
Van een rookverbod moet door de exploitant van het gebouw, waarvoor het verbod
geldt, oo de daarvoor meest geschikte plaats melding worden gemaakt door het
opschrift "Roken verboden", aangebracht met duidelijk in het oog vallende let
ters van tenminste 8 cm hoogte, welk opschrift steeds goed leesbaar moet worden
gehouden.
Artikel 22.
Het is verboden binnen een afstand van 1,5 meter van een brandbare zoldering
of een brandbaar plafond gas of petroleum te branden zonder warmtewerend scherm
Artike 1 23.
1. Het is verboden;
a. voor verwarming, verlichting, versiering of enig ander doel voorwerpen
of stoffen op zodanige wijze of in zodanige hoeveelheid aan te brengen,
dat daardoor brandgevaar voor personen of goederen ontstaat',
b. ballons of andere speelgoed- of reclame artikelen gevuld met brandbaar,
giftig of sterk prikkelend gas te verkopen, uit te delen of op andere
wijze af te leveren of bij zich te hebben op of aan een weg of op een
andere wijze voor het publiek toegankelijke plaats.
2. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het verbod ver
vat in het eerste lid, onder b.
Artikel 24.
1. !n andere gevallen dan die bedoeld in artikel 429 van het Wetboek van Straf
recht en onverminderd hetgeen is bepaald in artikel E4 van de Algemene Po
litieverordening Leeuwarden is het verboden:
a. binnen de bebouwde kom in de openlucht vuren aan te leggen, te voeden
of te onderhouden;
b. buiten de bebouwde kom vuren aan te leggen, te voeden of te onderhouden
op geringere afstand dan 50 meter van gebouwen, stro- en hooimijten of
houtstapels
c. buiten de bebouwde kom vuren aan te leggen, te voeden of te onderhouden
op grotere afstand dan 50 meter van gebouwen, stro- en hooimijten of
houtstapels, indien tengevolge van de sterkte en de richting van de wind
hierdoor brandgevaar zou ontstaan.
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de verboden vervat
in het eerste lid.