nv^!»
15Artikel H 10.
Het bepaalde in artikel 14 van het Waterenreglement Friesland
maakt het noodzakelijk, dat dit artikel daarvan wordt afgebakend.
Met een tweetal door Gedeputeerde Staten gemaakte opmerkingen kun
nen wij het niet eens zijn. In hun meergenoemde brief onder punt 8 mer
ken Gedeputeerde Staten op, dat artikel C 61sub b, niet is afgeba
kend van artikel 426 bis van het Wetboek van Strafrecht. Wij achten
zulks in dit geval niet nodig. Het in artikel 426 bis van het Wetboek
van Strafrecht genoemde delict is een zgn. klachtdelict. Het motief
van dit artikel is dus kennelijk gelegen in de bescherming van de oer-
soon, die wordt lastig gevallen op de in dat artikel aangehaalde wijzen.
Aan het opnemen van artikel C 61 in de Algemene Politieverordening ligt
evenwel een-geheel ander motief ten grondslag, n.l. het .algemene belang
van het handhaven der openbare orde. Overtreding van artikel C 61 en
vervolging op een klacht overeenkomstig artikel 426 bis kunnen eventueel I
naast elkaar plaats vinden en als een geval van eendaadse samenloop
worden gestraft.
Wellicht heeft het zin, merken Gedeputeerde Staten onder punt 9
van hun brief op, om in artikel E 10 ook een of meer verboden gericht
tot de kampeerder, op te nemen.
Omdat er zich op het territoir van onze gemeente geen camping bevindt
en het zich laat aanzien, dat die er de eerstkomende jaren, mede door
de totstandkoming van de camping bij de Kleine Wielen, ook niet zal
komen, is de regeling in de Algemene Politieverordening z^-er summier
gehouden. V/ij menen dan ook dat deze suggestie niet behoeft te worden
gevolgd..
De door op 15 december j.l. benoemde Commissie ad hoc met als
taak te adviseren over de ontwerpen van een Parkeerexcessen Verordening
en een Brandweerverordening heeft ons ook over de onderhavige wijzigingen
van de Algemene Politieverordening geadviseerd. Zij kan zich geheel
met deze wijzigingen verenigen.
■Resumerende stellen wij U voor te besluiten'overeenkomstig bijgaand
concept-besluit
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brnrndsma Burgemeester.
de Jong Secretaris.
No. 5219.
2e wijziging Algemene
'oli tie verordening
Leeuwarden.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDER;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 8 april
1970 (bijlage 110. 126);
gelet op de artikelen 169 en 195 van de gemeentewet;
LUIT:
de Algemene Politieverordening Leeuwarden te wijzigen, als volgt:
1Artikel A 9.
eerste lid.
Na het woord "verlenen" wordt het woord wijzigen" ingevoegdi
derde lid.
Na het woord "weigering" wordt het woord wijzigen" ingevoegd.
Na het derde lid wordt een nieuw lid 3 A ingevoegd, luidende:
a. "De aanvrager van een vergunning, waarvan het. verlenen, wijzigen
en intrekken ingevolge het eerste lid is opgedragen aan een amb
tenaar, kan tevens schriftelijk beroep instellen bij Burgemees
ter on Wethouders, indien hij;
1e. niet binnen do in artikel A 11, eerste lid gestelde termijn
kennis heeft kunnen nemen van een beslissing omtrent zijn
verzoek, noch van een bericht van verdaging van de beslis
sing omtrent zijn verzoek.
2e. na verdaging niet binnen de krachtens die verdaging geldende
termijn kennis heeft kunnen nemen van een beslissing omtrent
zijn verzoek.
b. Het beroepschrift wordt ingediend binnen een maand na de dag,
waarop de termijn, waarbinnen een beslissing had moeten zijn ge
nomen, is verstreken".
Artikel A 10.
2.
3.
zesde lid.
4-
"artikel 4" wordt gewijzigd in "artikel 3".
Artikel A 11.
Ra het derde lid wordt oen nieuw vierde lid ingevoegd luidende:
"Op elke beschikking, als bedoeld in het eerste lid, wordt melding
gemaakt van de beroepstermijn en van de wijze, waarop beroep kan wor
den ingesteld".
Artikel A 12.
Na het woord "ingekomen", wordt dit artikel gelezen; "do termijn, waar
binnen omtrent het verzoek onderscheidenlijk het beroep een beslissing
moet zijn genomen, de inogelijkheid van het instellen van beroep bij
niet tijdige beslissing, do termijn, waarbinnen beroep openstaatbij
wolk orgaan beroep kan worden ingesteld en bij welk orgaan het beroep
schrift moet worden ingediend".