Met de Advies- en Keuringscommissie zijn wij van oordeel, dat het gewenst is het "bestaande trommelspeelwerk te vervangen door een. nieuw electrisch-automatisch bandspeelwerk, dit in verband met de zeer beperkte beschikbare ruimte in de toren, de aanzienlijke ontlasting van de toren constructie bij verwijdering van de enkele duizenden kg wegende trommel, de grotere muzikale mogelijkheden en de lagere onderhoudskosten. Tevens zal, om het carillon werkelijk muzikaal te kunnen bespelen, de installatie van een nieuw 3-octaafs beiaardklavier nodig zijn. Het zal U duidelijk zijn, dat de uit het vorenstaande voortvloeiende werkzaamheden een uitvoering in fasen vergt. In de eerste plaats dient thans te worden overgegaan tot verwijdering van het oude automatische speelwerk, het niet mar bruikbare oude beiaard-klavier en de niet noodzakelijke betimmeringen. Hierna kan een plan worden ontworpen voor een nieuwe onder steuningsconstructie voor de toren, waarbij rekening wordt gehouden met het aanbrengen van het carillon. Do kosten van deze werkzaamheden worden geschat op 10.000,--. In dit stadium dient tevens offerte te worden gevraagd aan een klokken gieterij - waarbij wij denken aan het bij uitstek in restauratiewerkzaam heden gespecialiseerde bedrijf van de N.V. ïïijbouts te Asten - voor de revisie van de klokken, het leveren un aanbrengen van een carillonframe en de ophangwerken, de levering van een volautomatisch speelwerk, de levering van een bijpassend beiaardklavier en het compleet monteren van dit alles. Met betrekking tot de in te dienen offerte zal te zijner tijd nader moeten worden geadviseerd door meergenoemde commissie. Een schatting van deze kosten kan thans nog niet worden gemaakt, evenmin als dit het geval is met de ondersteuningsconstructie voor de toren. De Nederlandse Klokkenspel-Vereniging berekent voor haar werkzaamheden, die voortduren tot het werk is voltooid, een vastgesteld percentage van het bedrag, dat de opdrachtgever moet betalen aan de leverancier van het klokken spel, welk percentage in casu 2/ zal bedragen. In dit verband zij nog I opgemerkt, dat deze vereniging tevens optreedt als advies-instantie van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Wanneer eenmaal een aanvaardbaar restauratieplan tot stand is gekomen, zullen wij ons, ter verkrijging van subsidie, wenden tot de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, onder wie genoemde Rijksdienst ressorteert, alsmede tot het provinciaal bestuur. Voor wat betreft de niet- subsidiabele kosten menen wij te mogen rekenen op een belangrijke bijdrage van de zijde van de commissie "Het Torenfonds". In eerste instantie bestaat thans behoefte aan financiële middelen voor uitvoering van de hierboven omschreven werkzaamheden door de Dienst van Openbare Werken, waarvan de kosten door de directeur worden geschat op 10.000,--, alsmede voor het opstellen van een restauratieplan, hieronder begrepen de kosten van het vervoer naar de gieterij en terug naar Leeuwarden een en ander geschat op 15.000,--. In totaal bestaat derhalve behoefte aan een voorbereidingskrediet van 25.000,--. Gezien hut vorenstaande geven wij U in overweging: a. in principe te besluiten tot .restauratie van het Fremy-carillon en het opnieuw in gebruik stellen van dit carillon na ophanging in do daar toe verstevigde stadhuiskoopel b. ter verwezenlijking van het sub a bedoelde plan een voorbereidingskrediet beschikbaar te stellen, groot f. 25.000,dat in 10 jaar kan worden afgeschreven. Wanneer het restauratieplan eenmaal vaste vorm hoeft aangenomen en meer concrete gegevens met betrekking tot de kosten en subsidiërings mogelijkheden bekend zijn, zullen wij U dienaangaande een nader voorstel doen toekomen. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J. Heetla 1-Burgemeester. T.J. Kingma 1-Secretari s. dL s d Stichting Culturele Centra Leeuwarden. Bijlage no. 243- Leeuwarden, 29 juli 1970. Aan de C-emeenteraad. BEGROTING 1971. Ingevolge artikel 15, punt 3, van de statuten van de Stichting Culturele Centra Leeuwarden dient het bestuur de jaarlijkse begroting- van baten en lasten aan de Gemeenteraad ter goedkeuring in te zenden. Op grond van deze bepaling heeft het stichtingsbestuur thans de begro ting voor het jaar 1971 overgelegd. Een exemplaar van deze begroting, waarbij voorts vergelijkende cijfers van voorafgaande exploitatietijdvakken (l mei I968 t/m 30 april 1965 en 1 mei 1969 t/m 50 april 1970) zijn vermeld, is voor U bij de stukken ter inzage gelegd. Voorts is bijgevoegd een toelichting op de begroting, welke tevens een analyse geeft van de verschillen ten opzich te van het exploitatiejaar I969/7O. Wij menen kortheidshalve naar deze stukken te kunnen verwijzen. De exploitatiebegroting sluit zich met een nadelig saldo van >5.000In artikel 17, punt 2, van de statuten van de stichting is bepaald, dat de exploitatieverliezen van de stichting voor rekening van de gemeente komen. Wij achten de overgelegde begroting reëel en geven IJ dan ook in overweging deze goed te keuren en hiervan mededeling te doen aan het bestuur van de stichting. EXPLOITATIE 1970. De Stichting Culturele Centra Leeuwarden zal haar werkzaamheden aanvangen op 1 september van dit jaar. Het exploitatietekort over de periode 1 september t/m 31 december 1970 kan globaal worden gesteld on 120.000, Om budgettaire redenen is het echter noodzakelijk, dat het in de vorm van een subsidie aan de stichting uit te keren bedrag reeds in li70 op jaarbasis in de gemeentebegroting wordt geraamd. Op volgnummer 524 van de begroting is onder letter K reeds opge nomen een subsidie van 90.000,-- aan de Commissie Culturele Evene menten. Aangezien de werkzaamheden van deze commissie voortaan worden verricht door de Stichting Culturele Centra Leeuwarden, dient deze post te worden omgezet in een subsidie van 355-000,-- aan de genoemde stichting. Als gevolg hiervan is een verhoging van de betreffende post met 265.OOO,-- noodzakelijk. De Financiële Commissie kan zien met een en ander verenigen. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, JHeetla lBurgemeester T.J. Kingma ISecretaris

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1970 | | pagina 108