»%tv jt:-
Het verlenen van medewerking aan het bestuur van de Stichting Katholiek
Onderwijs Leeuwarden voor de aanschaffing van een nieuwe rekenmethode ten
behoeve van do St. PaulusschoolJan Tooropstraat 1, alhier.
Bijlage no. 312,
Leeuwarden, 9 september 1970.
Aan de Gemeenteraad.
Bij een op 8 juni 1970 ingekomen brief heeft het bestuur van de Stich
ting Katholiek Onderwijs Leeuwarden zich tot U gericht met het verzoek om
medewerking, als bedoeld in artikel 72 van de Lager-onderwijswet 1920, voor
de aanschaffing van een nieuwe rekenmethode ten behoeve van de onder zijn
bestuur staande school voor gewoon lager onderwijs, de St. Paulusschool
Jan Tooropstraat 1, alhier.
Als motivering van zijn verzoek deelt het bestuur mede, dat men de
school wil omvormen tot een zgn. Jenaplan-school. Een en ander houdt in, dat
een sterke individualisering van het onderwijs plaats vindt. Ten aanzien
van sommige vakken is dit realiseerbaar- met de in de school aanwezige leer
middelen, terwijl voor andere vakken een andere methode onontbeerlijk blijkt.
Bij de onderhavige school, worden de moeilijkheden in het bijzonder onder
vonden bij het vak rekenen, zodat vervanging van de in gebruik zijnde metho
de noodzakelijk wordt geacht.
Vervanging van een methode met toepassing van het bepaalde in artikel
72 van de Lager-onderwijswet 1920 is alleen mogelijk, indien de in gebruik
zijnde methode om onderwijskundige redenen verouderd is. Zijn de te ver
vangen leermiddelen versleten, dan dient de vervanging bekostigd te worden
uit de gewone exploitatievergoeding. Zijn de in gebruik zijnde leermiddelen
niet versleten en evenmin om onderwijskundige redenen verouderd, dan zouden
de normale eisen, aan het geven van lager onderwijs te stellen, door hot
verlenen van medewerking worden overschreden. Wij zijn evenwel van oordeel,
dat er in bepaalde gevallen aan het onderwijsbelang ontleende redenen kun
nen zijn, welke een enigszins ruime toepassing van de wettelijke mogelijk
heden rechtvaardigen. Met name denken wij hier aan gefundeerde en goed be
geleide pogingen tot ondorwijsvernieuwing.
Met de voorliggende aanvraag doet zich naar onze mening een dergelijk
geval voor. Met het door het schoolbestuur gewenste "Jenaplan" is in de
laatste jaren veel geëxperimenteerd. Leze op individucel onderwijs gerichte
methode wijkt principieel af van de traditionele klassikale methode. Goz< gj
mag worden, dat de reeds opgedane ervaringen, welke met name door Je peda
gogische centra zijn verzameld en geëvalueerd, een goede basis vormen voor
verdere experimenten en verdere uitbouw. De omstandigheid, dat de totale
onderwijsvernieuwing op de onderhavige school onder directe leiding staat
van het Katholiek Pedagogisch Centrum, is naar onze mening voldoende garan
tie, dat een en ander volledig tot zijn recht zal komen.
De door het schoolbestuur gevraagde methode if roods gedurende oen
periode van vier jaar op een aantal scholen beproefd. Eerst nu is de methode
in zijn definitieve vorm verschenen, zodat met de opgedane ervaringen reke
ning kon worden gehouden, hetgeen uiteraard van groot belang is voor de
bruikbaarheid
Op grond van het vorenstaande zijn wij van mening, dat - hoewel
de in gebruik zijnde methode naar traditionele maatstaven nauwelijks als
verouderd kan worden beschouwd - in dit geval do normale eisen, aan het ge
ven van lager- onderwijs te stellen, door het verlenen van de gevraagde mede
werking niet zullen worden overschreden. Wij be.seren ons hierbij met name op
de omstandigheid, dat het hier gaat om een goed voorbereid en door deskundi
gen begeleid experiment, alsmede op de omstandigheid, dat de gevraagde me
thode voor dit experiment van essentiële betekenis blijkt te zijn.