T
15.
- 2 -
7» de gemeente Leeuwarden is tot geen andere vrijwaring gehouden den
tot die wegens uitwinning
8. partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding-
als bedoeld in de artikelen 1502 en 1505 van het Burgerlijk WetboJJ
9. de koopster dient op eigen terrein en voor eigen rekening zorg te
drogen voor het graven van een nieuwe ofwoteringssloot, welke de
zelfde afmetingen heeft als het aan haar over te dragen op de eerdU
bedoelde tekening roodgekleurde slootgedcelte en wel op do plaats|
die op de tekening met een blauwe kleur is aangegeven5
10. de koopstor dient voor eigen rekening het aan het eindpunt van het
aan haar over te dragen slootgedeelte staande gemaal met alle dcrr-|
bij behorende werken, als leidingen, buizen, teerwonden enz., te
verplaatsen naar hot ontmoetingspunt van de onder punt 9 bedoelde
nieuw te graven sloot en het verbindingskanaal tussen het Yan Hr-
rinxmakonaal on de Harlingortrekvnnrt, een en ander in overleg netj
en onder goedkeuring van de directeur van het Grondbedrijf der
gemeente Leeuwarden;
11. de gemeente Leeuwarden blijft eigenares van het onder punt 10 be
doelde te verplaatsen gemaal c.a. en verkrijgt van de koopsteren
haar rechtsopvolgers) in de eigendon, zonder daartoe enige vergeef
ding verschuldigd te zijn, het recht op de onder punt 10 bedoelde
nieuwe standplaats een gemaal te hebben, houden, gebruiken en onderl
houden, onder bepaling dat ambtenaren dor gemeente Leeuwarden c: la
door de gemeente Leeuwarden net het onderhoud, inspectie of reparau
tio belaste dorden, over het terrein van de koopster naar en van ie
Celsiusweg, onbeperkte en vrije toegang hebben tot het gemaal act
de bi jbehorendc werkens
12. het onderhoud van de onder punt 9 bedoelde nieuw te graven sloot
komt voor rekening van de koopster en dient zodanig te zijn, dat Iie|
water, dat via deze sloot door het onder punt 11 bedoelde genaol
moet worden bemalen, te allen tijde ongehinderd en zonder vertrap
het gemaal kan bereiken, één en ander ten gonoege van Burgemeester]
en Wethouders van Leeuwarden;
15. indien 'het onder punt 12 bedoelde onderhoud niet ten genoege van
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden wordt uitgevoerd, heeft fl
gemeente Leeuwarden het recht dit onderhoud zelf uit te voeren offl
door dorden uit te loten voeren, één en ander op kosten van de kco||
ster of haar rechtsopvolgersin de eigendon;
de koopstej? of hoar rechtsopvolger(3) in de eigendom zijn alsdan
verplicht de door de gemeente Leeuwarden net het onderhoud belaste
personon onbelemmerd deze werkzaamheden te loten verrichten;
14. de koopster is verplicht bij vervreemding van aan de onder punt c)
bedoelde nieuw te graven sloot grenzende grond de bedingen 11, 12,
15, 14 on 15 tegenover haar onmiddellijke opvolger(s) in de eigen!
don to bedingen 011 deze opvolger(s) in de eigendon te verplichter
bij opvolgende vervreemding dezelfde bedingen.op te nemen;
bij niet-
bedingen
-nj
sieving van één der verplichtigen, als bedoeld in de
1, 12, 15 en 14 verbeurt do nalatige c-.q. overtreder acal
do gemeente Leeuwarden voor iedere overtreding een boete van
10.000, deze boete is verschuldigd door het enkele feit der I
niet-naleving zonder dat enige uitdrukkelijke ingebrekestelling ae
hoeft pla;
te vinden.
Aldus va
van
stgostcld
in de openbare verg
aderir.i
Voorzitter
SecretarisJ
Voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening
ten behoeve van de toekomstige bestemmingsplannen Lekkumerend-Oost en
Al dl dn-West
Bijlage no. 514. Leeuwarden, 9 september 1970,
Aan de Gemeenteraad.
De wijziging van het bestemmingsplan Lekkumerend-Oost en het ontwerp-
bestemmingsplan Aldlan-West verkeren in een vergevorderd stadium van voorbe
reiding. Deze in voorbereiding zijnde bestemmingsplannen hebben betrekking
op gronden, welke thans grotendeels onder de werking van het plan Lekkumer-
end en het plan in onderdelen van de gemeente Leeuwarderadeel vallen.
Het is niet onmogelijk, dat er, voordat de bedoelde ontwerp-bestemmings-
plannen ter visie zullen worden gelegd, bouwaanvragen binnenkomen, waarvoor -
omdat deze in overeenstemming zijn met het vigerend bestemmingsplan - de ver
gunning niet kan worden geweigerd, terwijl toch moet worden aangenomen, dat
zij de verwezenlijking van de nieuwe stedebouwkundige plannen zullen schaden.
Een dergelijke gang van zaken kan worden voorkomen, indien de gemeenteraad
gebruik maakt van de hem in artikel 21-van de Wet op de Ruimtelijke Ordening
gegeven bevoegdheid en verklaart, dat voor bepaalde gebieden bestemmings
plannen v/orden voorbereid. Komt na de bekendmaking van.dit zgn. voorberei
dingsbesluit namelijk een bouwaanvraag binnen, dan moeten wij, indien er geen
reden is de gevraagde bouwvergunning te weigeren (strijd met het geldende be
stemmingsplan of de Bouwverordening), de beslissing cp het verzoek om ver
gunning aanhouden. Deze aanhouding duurt totdat het voorbereidingsbesluit is
vervallen, hetgeen als regel het geval is indien niet binnen één jaar na de
dagtekening daarvan ontwerp-plannen ter inzage zijn gelegd. Zijn wel derge
lijke plannen ter inzage gelegd, dan wordt de voorbereidingsbescherming over
genomen door de ontwerp-plannen en moet de beslissing op de bouwaanvraag
worden aangehouden totdat op deze bestemmingsplannen onherroepelijk is be
slist.
Daarentegen kunnen wij voor aanvragen om bouwvergunning, welke in over
eenstemming zijn met de in voorbereiding zijnde bestemmingsplannen van de
aanhoudingsplicht afwijken en vergunning verlenen, zulks evenwel alleen in
dien vooraf van Gedeputeerde Staten de verklaring is ontvangen, dat zij te
gen het verlenen der vergunning geen bezwaar hebben (artikel 50, lid 8 der
Woningwet
De gebieden, waarvoor naar onze mening de hiervoor omschreven voorbe--
reidingsbescherming gewenst is, zijn op de voor U bij de stukken ter inzage
gelegde tekeningen genummerd 79-57 en 7^-100 met zwarte stippellijn aange
geven.
Onder mededoling, dat de commissie voor de ruimtelijke ordening over
het vorenstaande nog zal worden gehoord, stellen wij U voor over te gaan
tot vaststelling van een besluit zoals hierna in ontwerp is afgedrukt.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma, Burgemeester.
de Jong, Secretaris.