Voorzitter. 1. ALGEMEEN AMBTENARENREGLEMENT r r-nr, No. 13912. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDER; Gelezen een op 15 september 1970 ingekomen verzoek van het bestur: van de Vereniging voor Protestants Christelijk Basisonderwijs te Leeuv/a den om medewerking, als bedoeld in artikel 72 der Lager-onderwijswet 1920, voor de aanschaffing van een radio ten behoeve van de onder zijn bestuur staande Koningin Emmaschool, Willem Sprengerstraat 77, alhier; overwegende, dat het verzoek voldoet aan de in artikel 73 der Lager-onderwijswet 1920 gestelde eisen; dat door inwilliging van het verzoek de normale eisen, aan het ge ven van lager onderwijs te stellen, niet zullen worden overschreden; gelet op het advies van Burgemeester en Wethouders d.d. 30 Septem ber 1970 (bijlage no. 327); BESLUIT; de gevraagde medewerking te verlenen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Secretaris- réi®ra» m B «SBH*». Rechtspositieregelingen. Bijlage no. 328. Leeuwarden, 30 september 1970. Aan de Gemeenteraad, Het Centraal Orgaan inzake gemeenschappelijke behandeling van gemeente lijke personeelsaangelegenheden heeft nieuwe rechtspositieregelingen voor de ambtenaren in dienst van de aangesloten gemeenten ontworpen. De nieuwe rege lingen zijn aan bedoelde gemeenten aangeboden bij circulaires van 23 augus tus 1968, 5 november 1968 en 24 april 1969» De nieuwe modellen van het Centraal Orgaan houden op enkele punten be langrijke wijzigingen in ten opzichte van de bestaande situatie. Het bleek dan ook niet mogelijk U op korte termijn voorstellen te doen ter vaststelling van de nieuwe rechtspositieregelingen. In de hiernavolgende toelichting geven wij mede aan op welke punten af wijkingen van de modellen van het Centraal Orgaan door ons wenselijk worden geacht. Artikel A 5 Het vierde lid behoeft een aanvulling teneinde het mogelijk te maken ook overleg in de plaatselijke commissie voor georganiseerd overleg te voe ren over aangelegenheden betreffende personeel, op hetwelk het Algemeen Ambtenarenreglement niet van toepassing is, b.v. het administratief en tech nisch politiepersoneel. Deze aanvulling stemt overeen met de aanbeveling, gedaan door het Centraal Orgaan bij circulaire van 30 juni 19^9» Artikel B 4 Het nieuwe model van het Centraal Orgaan kent niet langer de mogelijk heid van een vaste aanstelling met een proeftijd, aangezien dat een theore tisch zeer aanvechtbare vorm van aanstelling is. Niettemin erkent het Cen traal Orgaan, dat deze vox^m in bepaalde gevallen praktisch nut kan hebben. Te denken valt hierbij b.v. aan de beroepsbrandweer of andere betrekkingen, waaraan een verhoogd risico is verbonden. Bij een tijdelijke aanstelling ontbreekt n.l. gedurende de eerste zes maanden van het dienstverband het recht op weduwen- en wezenpensioen. Voor de gemeenten, die de mogelijkheid van vaste aanstelling met een proeftijd wensen te handhaven, heeft het Cen traal Orgaan de redactie van een aan art. B4 toe te voegen vijfde lid ont worpen. Naar onze mening is het inderdaad noodzakelijk om voor het personeel van de beroepsbrandweer de mogelijkheid van een vaste aanstelling met een proeftijd open te houden. Door ons is daarom aan art. B4 een vijfde lid toe gevoegd, overeenkomstig de redactie van het Centraal Orgaan. Artikel B 5? lid 1, sub d Volgens art. B4> lid 2, sub e, kunnen personen, die nog in opleiding zijn, in tijdelijke dienst worden aangesteld. Deze aanstelling duurt volgens de door het Centraal Orgaan opgestelde redactie van ar ten hoogste één jaar', welke termijn in bijzondere gevallen met ten hoogste één jaar kan worden verlengd. Deze bepaling zou er toe kunnen leiden, dat leerling-verpleegsters, leerlingziekenverzorgsters en ambtenaren, met wie een leerovereenkomst in de zin van de Wet op het leerlingenwezen is gesloten, in vaste dienst zouden moeten worden aangesteld nog vóór de opleiding is be ëindigd

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1970 | | pagina 275