- 2 - Kaar onze mening zou zulks in deze gevallen, waarin de voortzetting van hel dienstverband duidelijk is gekoppeld aan het met goed gevolg beëindigen va] de opleiding, niet juist zijn. Door ons is daarom een nieuwe redactie van I art. B5, lid 1, sub d, opgesteld, welke beoogt in deze gevallen de tijdelij aanstelling te kunnen handhaven zole,ng de opleiding nog niet is beëindigd. Artikel C 2, lid 5 Art. C2 regelt de zgn. vervangingsvergoeding. Het bestaande Algemeen Ambtenarenreglement (art, 18) kent aan de ambte naar, belast met administratieve of daarmee gelijk te stellen werkzaamheden eerst aanspraak toe op vervangingsvergoeding als de vervanging tenminste I één maand onafgebroken heeft geduurd, terwijl bij vervanging wegens vakantil geen aanspraak op vervangingsvergoeding bestaat. Het nieuwe model van het 1 Centraal Orgaan kent aan de ambtenaar, wiens salaris hoger is dan het maxi-l mum van 'een door burgemeester en wethouders aan te wijzen schaal, eerst aani spraak toe op vervangingsvergoeding, indien de vervanging in een aaneenge- I sloten periode van zes weken ten minste 20 volle werkdagen heeft geduurd. Vervanging wegens vakantie wordt hierbij niet uitgesloten. Tegen dit laatstél hebben wij bezwaar. Zeker voor de hoger bezoldigde ambtenaren is een vakan tie van 20 werkdagen in een periode van 6 weken niet uitzonderlijk meer. Wij zouden het niet juist achten als in deze gevallen een vervangingsvergoeding zou kunnen worden geclaimd. - Wij hebben daarom de redactie van art. 02, lid 5, zodanig gewijzigd, dat ve: vanging wegens vakantie m.b.t. de aanspraken op vervangingsvergoeding uit drukkelijk wordt uitgezonderd. Artikel D 7 en D 10 Volgens het model van het Centraal Orgaan moet de ambtenaar de hem toe- komende vakantie opnemen in het kalenderjaar, waarin de aanspraak op die va kantie ontstond. Opneming in een volgend kalenderjaar is slechts mogelijk I als aan de ambtenaar om redenen van dienstbelang de vakantie in enig kalen derjaar niet of niet geheel is verleend of als de ambtenaar naar het oordeel van burgemeester en wethouders geldige redenen heeft om zijn vakantie in hel betreffende kalenderjaar niet te willen genieten. Dit betekent, dat vakantie, welke de ambtenaar wegens ziekte in het betref-i fende kalenderjaar niet heeft kunnen opnemen, niet naar het volgende kalen derjaar kan worden overgeschreven en mitsdien voor de ambtenaar verloren gaat. Dit achten wij niet geheel bevredigend. Wij hebben daarom een andere redactie van art. D10 ontworpen, welke het ons mogelijk maakt toe te staan, dat ook wegens ziekte niet genoten vakantie wordt opgenomen in het volgend kalenderjaar, met dien verstande, dat in enig kalenderjaar de vakantie nisi meer zal bedragen dan anderhalf maal het aantal vakantiedagen, waarop de ai tenaar normaal recht heeft. Deze regeling sluit aan bij de regeling, zoals die is neergelegd in het Al® meen Rijksambtenarenreglement, Dat reglement kent ook de mogelijkheid van verminderin g van vakantie tij ziekte van langer dan drie maanden. Haar ons oordeel brengt het opnemen van de overschrijvingsmogelijkheid mee, dat ook de verminderingsmogelijkheid wordt opgenomen. Te dien einde hebben wij art, D7 aangepast. Artikel I 4 Het model van het Centraal Orgaan bevat in art. 14 een overgangsbepa ling, welke in deze gemeente geen toepassing meer vindt en mitsdien kan ver vallen. In verband hiermede is art. I 5 van het model door ons vernummera tot ar.t. 14. 2. ARDEIDSOyEREEI'XOIiSTBFilWlORDEHIHG. Het model van het Centraal Orgaan brengt t.o.v. de bestaande verordenH een zeer belangrijke wijziging, n.l. de beperking van de arbeidsovereenkoas (verder te noemen; a.o.) tot die gevc,llen, welke thans onder afd. II van fl - --toJ - 3 Arbeidsovereenkomstenverordening vallen (indienstneming voor ten hoogste zes maanden, met toepassing van de bepalingen van een c.a.o.). Met een sterke beperking van het instituut van de a.o. kunnen wij ons verenigen. Haar onze mening zou echter een afschaffing van de a.o. voor per soneel, dat niet in volledige dienst werkzaam is, in een aantal gevallen op grote praktische bezwaren stuiten. Dit blijkt ook wel uit het feit, dat het Centraal Orgaan zich genoodzaakt heeft gezien te komen met een afzonder lijke verordening, welke, met het oog op de toepassing van enkele sociale verzekeringswetten, in bepaalde gevallen toch weer een a.o. mogelijk maakt. Ter vermijding van bedoelde praktische bezwaren hebben wij een Arbeids overeenkomstenverordening ontworpen, welke gebaseerd is op de volgende uit gangspunten 1. voor maximaal zes maanden kan op arbeidsovereenkomst werkzaam zijn; a. personeel voor tijdelijke aanpassing van het personeelsbestand van een dienst of bedrijf aan een wisselende behoefte; b. personeel voor tewerkstelling als leerling; 2. de onder 1 bedoelde arbeidsovereenkomst kan zowel een "normale" arbeids overeenkomst zijn als een arbeidsovereenkomst, welke wordt gesloten vol gens de bepalingen van een collectieve arbeidsovereenkomst of bindend vastgestelde regeling (hoofdstuk j); 3. voor onbepaalde tijd kan op arbeidsovereenkomst werkzaam zijn personeel met gedeeltelijke dag-, week- of jaartaken. Voor de bestaande arbeidsovereenkomsten is in hoofdstuk K een over gangsregeling opgenomen, welke aansluit bij de aanbeveling van het Centraal Orgaan 3. V/ACHTGELDVBRORDEITING. In het model van het Centraal Orgaan behoeven naar ons oordeel geen wijzigingen te worden aangebracht. 4. ÜITKERIHGSVERORDEITIITG De artikelen 1 en 3 zijn in redactioneel opzicht aangepast aan het door ons opgestelde ontwerp van een Arbeidsovereenkomstenverordening. Voor het overige is het model van het Centraal Orgaan door ons geheel ge volgd. 5= VERPLAA T SING SKO S TEHVER ORDEUIHG In het door ons opgestelde ontwerp zijn in art. 1 t.o.v. het ontwerp enkele redactionele wijzigingen aangebracht, verband houdende met het door ons opgestelde ontwerp van een Arbeidsovereenkomstenverordening. In artikel 8 is de mogelijkheid geopend van toekenning aan de ambte naar, die nog geen woning binnen de gemeente heeft, van een tegemoetkoming in de reiskosten van en naar zijn woonplaats. Het woord "tegemoetkoming" impliceert, dat een zeker bedrag voor rekening van de ambtenaar moet blij ven. Do bestaande verordening (art. 7) kent in geval van heen en weer reizen een volledige vergoeding van de reiskosten. Wij achten het gewenst voor de ambtenaren, die reeds in het genot van een dergelijke vergoeding zijn, de aanspraken op grond van de 011de verordening nog gedurende één jaar te hand haven. Hiertoe hebben wij art. 14 ontworpen. Dit artikel handhaaft ook ge durende één jaar de aanspraken voor de ongehuwde ambtenaren van 25 t/m 28 jaar, die op grond van art. 8 van de oude verordening eenmaal per maand een vergoeding konden ontvangen van reiskosten van en naar de woonplaats van het gezin, waartoe zij geacht kunnen worden te behoren, maar die op grond van de nieuwe verordening die aanspraak niet meer hebben. ««LJW fA£j

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1970 | | pagina 276