I
JW scvr ym 1
'V/fi
No. 13913 b
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDER;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van
30 september 1970 (bijlage no. 328
gelezen de brief van de Commissie voor Georganiseerd Overleg van
24 juni 1970;
BESLUIT:
vast te stellen de volgende Verordening tot wijziging van de
Spaarverordening 1909-
Artikel I.
Artikel 1, eerste lid, wordt gelezen als volgt:
1. Deze verordening verstaat onder:
a. belanghebbende:
1de ambtenaar in de zin van artikel A 1 van net Algemeen
Ambtenarenreglement
2. de werknemer in de zin van de Arb©ideoweroonfcom»t«wvorordiml««J
voor zover hij in dienst iet genomen anders dan overeenkomstig
de bepalingen van hoofdstuk J van die verordening,
wiens bezoldiging op 1 januari van enig kalenderjaar, of op de
datum van indiensttreding in de loop van dat kalenderjaar, uit
de door hem beklede hoofdbetrekking dan wel uit twee of meer
door hem beklede betrekkingen, welke tezamen naar het oordeel
van burgemeester en wethouders geacht dienen te worden een
hoofdbetrekking uit te maken, niet meer bedraagt dan het maximum,
van schaal 103 van bijlage A 1 van het Bezoldigingsbesluit
Burgerlijke Rijksambtenaren 1948?
b. bezoldiging: voor de belanghebbende, bedoeld onder a 1de
bezoldiging in de zin van artikel C 1, lid 4- van het Algemeen
Ambtenarenreglement en voor de belanghebbende, bedoeld onder
a 2, het toegekende loon, een en ander met uitzondering van de
toelage voor onregelmatige dienst en de tariefbeloning;
c. ontslag: iedere beëindiging van de dienstbetrekking.
Artikel II.
Deze verordening treedt in werking met ingang van een door
burgemeester en wethouders te bepalen datum.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzittei
-