ITo. 0512 Hid.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel ven burgenoester en wethouders van
10 juni 1970 (bijlctge no. 20G)
gelet op artikel 61 van do gemeentewet;
BESLUIT
I. in te stellen een Raad voor Bejaardenaangelegenheden;
II. vast te stollen de volgende
Verordening, regelende de samenstelling, _de taak en do werkwijze
van de Raad voor Bejaardenaangelegenheden.
Artikel 1
1De Raad voor Bejaardenaangelegenheden (aan te duiden als Bejaarden-
raad en hierna te noemen "de raad") bestaat uit 13 personen, die op
grond van hun algemene belangstelling voor het bejaardenwerk of hun
deskundigheid op enig gebied daarvan geacht kunnen worden de geschikt
heid te hebben, welke nodig is om uitvoering te geven aan de doel
stelling van deze raad.
2. Bij de keuze van de leden van de raad wordt ernaar gestreefd, dat
deze leden zo evenredig mogelijk voortkomen uit de verschillende
sectoren van het bejaardenwerk in do gemeente Leeuwarden, net dien
verstande, dat zij geacht worden zelfstandig op te treden ton behoe
ve van net gehele terrein van hot bejaardenwerk in deze gemeente.
3. De raad bestaat uit;
a. oen door burgemeester en wethouders uit hun midden aangewezen lid;
b. twee door de gemeenteraad uit zijn midden aangewezen leden;
c. 1e. één lid, voorgedragen door de gezamenlijke besturen van de
verzorgingstehuizen;
2e. één lid,voorgedragen door do gezamenlijke besturen van do
pensiontehuizen en de serviceflats;
3e. oén lid, voorgedragen door de gezamenlijke besturen van de
verpleegtehuizen;
4e. één lid, voorgedragen door de gezamenlijke besturen van de
ge z insvo rzo rgingsinstellingen
5e. één lid, voorgedragen door do gezamenlijke besturen van in
stellingen op het terrein van de maatschappelijke gezondheids
zorg, waaronder in ieder geval de kruisverenigingen en de ver
eniging van huisartsen;
6e. twee loden, voorgedragen door do gezamenlijke besturen van de
dienstencentra en de bëjaardonsoeiëteiten, waarvan tenminste
één lid de leeftijd van 65 jaar moet hebben bereikt;
7c. twee leden, voorgedragen door de gezamenlijke besturen van
instellingen en organisaties, die op enigerlei wijze diensten
aan bejaarden verlenen op basis van vrijwilligheid, waarvan
tenminste één lid deel moet uitmaken van de bojaardonbonden;