Samenwerking met de verenigingen van dorpsbelangen. Bijlage no. 209. Leeuwarden, 10 juni 1970. Aan de gemeenteraad. In de vergadering van Ui/ Raad van 27 januari j.l. werd on; not: over de gemeentelijke commissies en raden dd. 24 december 19^9 (bijlage no. 20) behandeld. In die nota hadden wij onder het hoofd "territoriale raden of commissies" (op blz. 2) onder meer het volgende vermeld; "Ook voor de dor pen achten wij de instelling van territoriale organen niet nodig. Wel moeten naar onze mening de verenigingen voor dorpsbelang (Goutum, Henpens-Teerns Lekkum-Miedum, Wirdum-Swichum on Wytgaardte allen tijde de gelegenheid hebben specifieke belangen van hun dorpen met ons college (of met een dele gatie daarvan) op te nemen en daarover overleg te plegen. De praktijk heeft zich ook reeds aldus ontwikkeld". Weliswaar verenigde Uw Raad zich in principe met het doo: ons ingeno men standpunt, maar door het aanvaarden van een daartoe strekkende motie droeg U ons op in de dorpen'te onderzoeken in hoeverre daar do behoefte aan dorpsraden loeft. Ons werd verzocht deze aangelegenheid met de verenigingen van dorpsbelang in onze gemeente te bespreken en daarbij na te gaan hoe de besturen van deze verenigingen hiertegenover staa„n. Hieraan hebben wij inmiddels uitvoering gegeven. Op 1 april j.l. heeft een vergadering plaats gehad van de voorzitter van ons college mot vertegen woordigers van alle verenigingen van dorpsbelang in de gemeente. In dit verband lijkt het ons nuttig Uw aandacht te vestigen op een vrij recent onderzoek in onze provincie naar de functie en de tankstelling van verenigingen voor plaatselijke of dorpsbelangen. De resultaten van dit on derzoek zijn neergelegd in een publicatie van 1968 van de Fryske Akademy, getiteld "Bilang - Bisprek - Bislut" (rapporteur: drsL.H. Mulder). In dit rapport, waarvan een exemplaar voor U ter inzage is gelegd, is een aantal zeer interessante conclusies opgenomen, die van onze kant in het eerderge noemde gesprek met de vertegenwoordigers van de verenigingen van dorpsbelang ook naar voren zijn gebracht. liet lijkt ons van belang se ook onder Uw aan dacht te brengen. Wij verwijzen U da.artoe na.ar de aangegeven tirades op de bladzijden 42, 43, 48 en 49 van bedoeld rapport (zie bijlage). In het bovenbedoelde gesprek bleek, dat in alle dorpen in onze gemeente neer dan 90f> van de gezinshoofden en alleenstaanden lid van de vereniging- van plaatselijk belang is. Op grond daarvan kunnen de besturen van die ver enigingen onses inziens geacht worden representatief te zijn voor die dorpen. Na een uitvoerige gedachtenwisseling mot de vertegenwoordigers van de verenigingen van dorpsbelang in de vergadering van 1 april werden gezamen lijk de volgende conclusies getrokken: iEr bestaat geen behoefte aan de instelling van (publiekrechtelijke) dorps raden; de verenigingen van dorpsbelang functioneren voldoende om de be langen van de dorpen bij het gemeentebestuur te bepleiten en in de dorpen levende wensen ter kennis van dat bestuur te brengen. Het is wenselijk, dat er als algemene regel tweemaal per jaar een bespre- king van een gemeentelijke delegatie met het bestuur van elke vereniging van dorpsbelang plaats vindt over zowel van de zijde van de gemeente als van de kant van uat- bestuur, zoveel mogelijk tevoren, opgegeven onderwer pen; deze besprekingen zullen - om psychologische redenen, zoals trouwens ook reeds gebruikelijk is - in hot desbetreffende dorp worden gehouden en onder voorzitterschap staan van de voorzitter van de desbetreffende ver- eniging van dorpsbelang; hot is van belang, dat in de gemeentelijke deie- 2. jatie ook twee door de Raad aangewen en raadsleden worden opgenomen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1970 | | pagina 45