- 2 - 6. het onderhoud van het gedeelte van de onder 5 "bedoelde reed, liggende op het niet verkochte gedeelte van perceel nummer 2063 is ten laste van de gemeente Leeuwarden; 7. de gemeente Leeuwarden verplicht zich om, indien schade is ontstaan aan de aan verkoopster verblijvende terreinafscheiding, staande langs de westzijde van de reed, liggende op het niet verkochte ge deelte van perceel nummer 2063, veroorzaakt vanwege de gemeente Leeuwarden of door personen, die met toestemming van de gemeente gebruik maken van de door haar gekochte percelen, deze schade zo spoedig mogelijk, op haar kosten te herstellen; 8. het is noch de verkoopster noch de gemeente Leeuwarden, of personen, die met toestemming van de gemeente gebruik maken van de gekochte percelen, toegestaan op het gedeelte van de reed, liggende op het niet verkochte gedeelte van perceel nummer 2063, goederen of voertuigen van welke aard dan ook te plaatsen of te parkeren; 9. door en op kosten van de gemeente Leeuwarden zal langs de oostzijde van de bestaande reed, gelegen op het voorerf van het aan de verkoop ster verblijvende gedeelte van perceel nummer 2063, van het be staande inrijhek af tot aan de voorgevel van de boerderij, staande op het verkochte gedeelte van perceel nummer 2063, een afrastering worden geplaatst; 10. het onderhoud van de onder 9 bedoelde afrastering, welke op de nieuwe eigendomsgrens zal worden geplaatst, is ten laste van de gemeente Leeuwarden; 11. indien het gebouw, staande op het verkochte gedeelte van perceel nummer 2063, aan zijn huidige bestemming wordt onttrokken, zal van de onder 4 bedoelde erfdienstbaarheid van weg geen gebruik mogen worden gemaakt door de bezoekers en gasten van bedoeld gebouw; 12. aan de echtgenoot van de verkoopster, K. de Vries, zullen, indien daartoe toestemming van de Grondkamer van Friesland wordt ver kregen, de percelen kadastraal bekend gemeente Wirdum, sectie B, nummers 2268, 69, 60, 64, 65, 2287, 1219 en 1217, op e'e'n-jarig contract worden verpacht; 13. de gemeente Leeuwarden kan, zo een dergelijke verpachting^tot stand komt, aan het einde van ieder pacntjaar zowel van een als van enige of van alle percelen, dan wel van een gedeelte van een perceel, de pacht doen beëindigen, zonder hiervoor tot enige be taling van vergoeding van schade of anderszins verplicht te zijn; 14. de betaling van de overeengekomen koopsom zal geschieden in fcw-e termijnen; de eerste termijn, groot 100.000,--, zal worden be taald op de dag van het verlijden van de definitieve akte van overdracht; de betaling van de tweede termijn, groot 200.000, kan door de verkoopster niet worden gevorderd zolang K. de Vries, voornoemd, gebruik maakt van enig perceel of perceelsgedeelte, als onder 12 en 13 bedoeld; mocht om welke reden dan ook het voortgezet gebruik worden be ëindigd binnen 10 jaren na de datum van het verlijden van de definitieve overdrachtsakte, zo zal de verkoopster de tweede ter mijn van betaling niet eerder kunnen vorderen dan op de dag, liggende 10 jaren na de datum van het verlijden van de definitieve overdrachtsakte; de gemeente Leeuwarden behoudt zich evenwel het recht voor om de tweede termijn van betaling te doen plaatsvinden op een tijdstip, liggende binnen 10 jaren na de datum van het verlijden van de definitieve overdrachtsakte; de gemeente Leeuwarden verplicnt zicxj, indien zij tot betaling van de tweede termijn van betaling wenst over te gaan, de verkoopster van dit voornemen tenminste 3 maanden van te voren in kennis te stellen; 15. de gemeente Leeuwarden verplicht zich ons gedurende de periode, liggende tussen de datum van het verlijden van de definitieve overdrachtsakte en de datum van betaling van de tweede termijn der koopsom, aan de verkoopster over het bedrag van de tweede termijn 200.000, een rente te vergoeden, berekend naar &f0 per jaar; deze door de gemeente Leeuwarden aan de verkoopster ver schuldigde rente zal tweemaal per jaar "bij achteraf-betaling worden voldaan, en wel v5ör of op 30 juni en vëör of op 31 december van ieder jaar, voor het eerst vö5r of op 31 december 1970 over het alsdan verstreken tijdvak; 16. de verkoopster is tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot die wegens uitwinning; 17. partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding, als bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het Burgerlijk Wetboek; 18. mocht door omstandigheden het verlijden van de definitieve akte van overdracht geschieden nS. 1 december 1970, zo zal de gemeente Leeuwarden aan de verkoopster over de periode, liggende tussen 1 december 1970 en de dag waarop de feitelijke overdrachtsakte wordt verleden, een rente verschuldigd zijn over de overeengekomen koopsom, berekend naar i'f/o per jaar, tenzij de vertraging in het passeren van de definitieve akte veroorzaakt is door nalatigheid van- of omstandigheden te wijten aan de verkoopster; 19- de kosten van overdracht komen voor rekening van de gemeente Leeuwarden; II. het onder I bedoelde perceelsgedeelte en de daaronder bedoelde percelen onder te brengen in het Grondbedrijf. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1970 | | pagina 66