1 *0 p« 3 - «W r> 7 .jfLA S* ,/L VIII. Vo lie s hui s ve s t ing De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft besloten om bij de verdeling van rijkssteun over te gaan naar een stelsel, waarbij in sterkere mate rekening kan worden gehouden met plaatselijke en regionale behoeften en initiatieven op het gebied van de woningvoorziening. De minister is van mening, dat de samen stelling van het pakket in aanbouw te nemen woningen dient te zijn afgestemd op de daadwerkelijke vraag naar nieuwe woningen. Dit be treft zowel de spreiding van de nieuwbouw in geografisch opzicht als die over de onderscheidene sectoren. Naarmate het kwantitatief tekort afneemt wordt deze eis des te klemmender. Meerjarenplanning acht de minister daarbij onontbeerlijk. Bij hot opstellen van een goed gefundeerde meerjarenprogramme- ring is het gewenst de gedifferentieerde woningbehoefte niet alleen te bezien in relatie tot de nieuwbouw, doch ook tot andere volks huisvestingsaspecten, zoals woningverbetering, sanering en stadsre constructie, doorstroming enz. Aan de woningvoorziening zal voortaan niet een centraal gediri geerde contingentsdistributie ten grondslag liggen, doch een zo groot mogelijk gewicht worden toegekend aan initiatieven van onder af, waarbij naast aanvulling van de woningvoorraad met het oog op groei en samenstelling van de bevolking, tevens gewenste wijzigingen in hot woningbestand, de krotopruiming cn de te verwachten ontwikke lingen bijzondere aandacht krijgen. In de onderscheidene regio's en gemeenten zal de woningbouw afgestemd moeten worden op onderling vergelijkbare behoeftepeilin gen en daarop te baseren programma's, welke telken jare moeten wor den ontworpen voor een periode van drie jaren. Het in opdracht van onze gemeente door het Researchinstituut voor de Woningbouw i.o., verbonden aan de Technische Hogeschool te Delft, ingestelde woningmarktonderzoek past in het kader van het nieuwe regeringsbeleid. De resultaten van dit onderzoek zullen even wel eerst volgend voorjaar bekend worden. In afwachting daarvan acht de minister hot noodzakelijk, dat de behoefte aan rijkssteun ten be hoeve van de woningvoorziening wordt aangetoond door het overleggen van een aantal gegevens. V/ij hebben deze gegevens inmiddels aan de inspecteur van de volkshuisvesting verstrekt. Een exemplaar van de betreffende lijsten hebben wij ter inzage gelegd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1970 | | pagina 107