I
P.
v
nanai aanaosmvs
- 41 -
De Leeuwarder Sportraad heeft op 15 oktober j.l. zijn oordeel aan ons
kenbaar gemaakt. Het stuk, waarin dit is neergelegd, ligt eveneens
voor IJ bij de stukken ter inzage.
Inmiddels hebben wij besloten ook de bij Uw besluit van 22 juni
1970 ingestelde Raad voor de Sportaangelegenheden de drie hierboven
genoemde nota's ter bestudering in handen te geven. Wij verwachten,
dat de nota "Sport JO" landelijk zal leiden tot discussies over en
een bezinning op de verhouding; overheid en sport. Mede op grond van
door de Raad voor de Sportaangelegenheden daaromtrent uit te brengen
adviezen hopen wij te zijner tijd ons standpunt nader te kunnen be
palen.
BRecreatie
1. "Groene Ster" (Grote en Kleine Wielengebied)
In onze vorige aanbiedingsbrief hebben wij reeds mededeling ge
daan van het gereedkomen van het basisrapport voor "de Groene Ster",
dat als uitgangspunt moet dienen voor het uitwerken van de diverse
deelplannen. Teneinde van een goede continuering in de uitvoering der
diverse deelplannen verzekerd te zijn, is er voor de komende jaren
een planning opgesteld, waarbij rekening is gehouden met enerzijds
do uitvoeringscapaciteit en anderzijds de mogelijkheden van subsidië
ring uit 's Rijks kas. Uit het ter inzage gelegde overzicht der meer
jarenplanning blijkt, dat voor 1970 wordt uitgegaan van een investe
ring van I.7OO.OOO,en voor de jaren 1971 tot en met 1974 per
jaar f 2.000.000,---.
Wij geven U onderstaand gaarne een overzicht van de huidige
stand der werkzaamheden in het zuidelijk gedeelte van de Groene Ster,
te weten het Kleine Wielengebied.
Hoewel als gevolg van de langdurige winter do kantine en twee
van de drie toiletgebouwen op het kampeerterrein niet tijdig gereed
kwamen, kon toch op 1 mei 1970 het kampeerterrein worden opengesteld.
Tijdens het lcampeerseizoen zijn respectievelijk de kantine en het
tweede toiletgebouw in gebruik genomen. Het derde toiletgebouw is
thans ook gereed. De officiële opening van het kampeerterrein vond
op 27 juni 1970 plaats. Gezien de grote belangstelling, in het bij
zonder van de zijde van de zogenaamde vaste kampeerders, moet nu al
worden overwogen over te gaan tot uitbreiding van het kampeerterrein.
Deze uitbreiding kan worden gerealiseerd op het perceel, dat gelegen
is ten noorden van het bestaande terrein. Wij zijn voorts van mening,
dat bij het ontwikkelen van deze plannen ook onder ogen moet worden
gezien, of de bouw van een aantal bungalows voor minder-validen