F. jtdt
vertreksaldo in de jeugdige leeftijdsklassen is overigens een voor
de randgewesten vertrouwd verschijnsel. Zelfs een provincie als Gel
derland die een groot vestigingssaldo kent, geeft een vertreksaldo in
de jeugdige leeftijdsklassen te zien. In het regionaal centrun Leeuwar
den is het bovendien, dank zij de vestiging van jeugdige beroepsbe
oefenaren, veel ninder geprononceerd dan in de provincie als geheel.
Hierboven is steeds uitgegaan van de al wat oudere officiële
C.BS-gegevensHet beeld kan nog worden gecompleteerd net een aan
tal door eigen onderzoek vergaarde gegevens ontrent de migratie in
1969.
Kon in de aanbiedingsbrief bij de begroting 1970 nog worden gesteld
dat het nigratieverlies tot 1 augustus 1969 enkele tientallen perso
nen neer bedroeg dan in de overeenkonstige periode van 1968, het ver
dere verloop in 1969 veroorzaakte per saldo een nigratieverlies dat
opliep tot 18Gfo van dat in 1968. Ook in 1970 zette deze tendens zich
voort. In tegenstelling tot vrijwel alle andere voorgaande jaren, le
verden reeds de eerste maanden nigratieverliezen op. Behalve de maand
februari, welke een vestigingsoverschot van 5 personen noteerde, le
verden tot en met augustus alle maanden aanzienlijke verliezen op.
Het totale verlies over de eerste acht maanden ad 638 personen over
trof dan ook het geboorteoverschot over deze periode. Het aantal in
woners per 1 september 1970 was als gevolg hiervan 32 personen lager
dan per 1 januari.
In de migratie zoals die zich in 1969 manifesteerde vallen enkele
punten op:
1°. Van de migrerenden, - waarbij opgemerkt zij dat de hier vermelde
gegevens per leeftijdsklasse op alle nigreren<hn betrekking heb
ben en niet zoals hiervoor uitsluitend op gezinshoofden en afzon
derlijk migrerenden - zowel de inkomende als de uitgaande migre
renden, was ruim 72c/o jonger dan 30 jaar. In de leeftijdsgroepen
van 0 -14 jaar overtrof het vertrek de vestiging, terwijl in de
leeftijdsgroepen 15-29 jaar er vrijwel evenwicht was.
Dit wijst er op dat de gezinnen van de vertrelckenden gemiddeld
iets groter waren dan de gezinnen van de zich vestigenden, omdat
niet aangenomen kan worden dat de leeftijdsgroepen beneden 15 jaar
in belangrijke mate zelfstandig migreren. Tussen 15 en 25 jaar
doet dit verschijnsel zich wel sterk voor. De oorzaak hiervan moet
voor een deel worden gezocht bij studie en studie-mogelijkheden.