Leeuwarden, 26 oktober 1970. I iw V Benoeming niet-gemeenteraadsleden in de Raad voor Bejaardenaangelegenheden. Bijlage no. 364. Aan de Gemeenteraad. In Uw vergadering van 1 september j.l. werden leden benoemd in diverse raden. Het betrof hier alleen leden-gemeenteraadsleden. Benoeming van niet- gemeenteraadsleden kon nog niet plaats vinden, omdat de benodigde voordrach ten nog niet waren ontvangen. In de raadsvergadering van 21 september en 12 oktober j.l. konden inmid dels de leden-niet-gemeenteraadsleden van resp. de Sportraad en de Raad voor de Volkshuisvesting en de Culturele Raad worden benoemd. Thans hebben wij ook voor de Raad voor Bejaardenaangelegenheden de beno digde voordrachten ontvangen. Ingevolge artikel 1, derde lid, sub c, van de "Verordening, regelende de samenstelling, de taak en de werkwijze van de Raad voor Bejaardenaangelegen heden" zijn thans voorgedragen: a. door de gezamenlijke besturen van de verzorgingstehuizen: de heer H.J. Feldhaus; b. door de gezamenlijke besturen van de pensiontehuizen en de serviceflats: mevr. L.H. Bouma-Beekhuis c. door de gezamenlijke besturen van de verpleegtehuizen: de heer P. Oortwijn; d. door de gezamenlijke besturen van de gezinsverzorgingsinstellingen: mevr. H.J. de Blaauw-Hilgenga; e. door de gezamenlijke besturen van instellingen op het terrein van de maat schappelijke gezondheidszorg: de heer J.G. Soer, arts; f. door de gezamenlijke besturen van de dienstencentra en de bejaardensoci- eteiten: mevr. M.L.W. Br ij ver-Pr ins (dienstencentra) en de heer T.P.A. Lambooij (bejaardensociëteiten). Boor een benoeming van de heer Lambooij wordt vol daan aan het vereiste, dat tenminste één uit deze groep de leeftijd van 65 jaar moet hebben bereikt; g. door de gezamenlijke besturen van instellingen en organisaties, die op enigerlij wijze diensten aan bejaarden verlenen op basis van vrijwilligheid: mevr. M.A.E. Groendijk-Straasheijm en de heer H. de Hoop. Be heer de Hoop heeft zitting namens de bejaardenbonden; h. door de gezamenlijke besturen van de instellingen voor algemeen maatschap pelijk werk: de heren J.B.P. Bary (voor de Katholieke Centrale voor Maatschappelijk Werk Leeuwarden), drs. J. Bos (voor Humanitas), W.L. Grovenstein (voor de Prot. Chr. Stichting voor Maatschappelijk Werk Leeuwarden)mej. M. Kamp (voor de functionarissen van de Centra voor Maatschappelijk Werk)mevr. U. Kortenoever-van Gijn (voor de Vrijz. Prot. Centrale voor Maatschappelijk Werk) en de heer J. Oosting (voor de Biaconie van de Hervormde Gemeenten). Wij geven U in overweging tot benoeming over te gaan. Voor de goede orde merken wij nog op, dat de groepen hierboven genoemd onder a, b, e, f en g, te omvangrijk en te heterogeen van samenstelling waren om ze langs schriftelijke weg te verzoeken de benodigde voordrachten in te dienen. Wij hebben de tot deze groepen behorende instellingen en verenigingen daarom per groep uitgenodigd voor een bijeenkomst ten stadhuize onder leiding van een lid van ons college. Op deze bijeenkomsten, waarop de overgrote meer derheid van de uitgenodigden aanwezig was, hebben de verschillende groepen in onderling overleg overeenstemming bereikt over de door hun groep aan te bieden voordracht. l I

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1970 | | pagina 15