eta fw&mÊht 3 - Bijlage 6 (vervolg) Dit onderdeel beoogt om tussen de uitkering uit het gemeentefonds en de in een gemeente bestaande bebouwing en de daaruit voortvloeien de uitgaven zoals brandweer relatie te leggen» 5» Schaalbedrag per inwoner» (artikel 7? 2e lid, sub d) Het derde onderdeel van de algemene uitkering bestaat uit het pro- dukt van het aantal inwoners der gemeente op 1 januari van het uit keringsjaar en een jaarlijks door de Minister van Binnenlandse Za ken, in overleg met zijn ambtgenoot van Financiën vast te stellen normbedrag. Volledigheidshalve laten wij hieronder volgen de normbedragen per inwoner, welke sedert het inwerkingtreden van de Financiële Verhou dingswet 1960 voor de gemeente Leeuwarden hebben gegolden; Uitkeringsjaar i960 50,— (definitief 1961 11 55,50 11 1962 60,50 It 1963 61,50 II 1964 64,— II 1965 65,— IT 1966 11 66,50 (voorlopig) 1967 67,25 II 1968 68,25 II 1969 69,— II 1970 71,25 It 1971 73,25 Tl 4' Uitkeringspercentage. Tenslotte worden de uitkomsten van de hiervoor genoemde onderdelen van de algemene uitkering nog vermenigvuldigd met een jaarlijks door de Minister van Binnenlandse Zaken in overleg met de Minister van Financiën vast te stellen uitkeringspercentage. Dit uitkeringspercentage luidt over de jaren i960 tot en met 1971 als volgt; 1960 102,2 (definitief 1961 i 102,4 TT 1962 110,3 TT 1963 127,5 TI 1964 145,1 II 1965 153,34 II

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1970 | | pagina 194