V .W~V -
Bijlage 6 (vervolg)
- 5 -
Verder is nog .in onderzoek in hoeverre de verfijningsregeling bodem
gesteldheid op onze gemeente van toepassing kan worden verklaard.
Uit hoofde van de verfijningsregeling probleemgebieden ontvangt de
gemeente 6,-- per inwoner voor de eerste 10.000 inwoners, 5»--
per inwoner voor de volgende 25.000 inwoners en 4,Per inwoner
voor de overige inwoners, vermenigvuldigd met het uitkeringspercen
tage
Bij K.B. van 18 juni 1965s Stbl. 265, gewijzigd bij K.B. van 6 april
1967, S. 238, is vastgesteld het "Besluit Verfijning algemene uitke
ring Monumenten". Daarin wordt voor de gemeente, binnen welker
grondgebied een monument geheel of gedeeltelijk is gerestaureerd
en voor welke restauratie, in verband met de toekenning na 4
1945 van een rijkssubsidie uit dien hoofde, anders dan in verband
mot oorlogs- of stormvloedschade, hot verwerkte bedrag der subsi
diabele kosten is vastgesteld, een jaarlijkse verhoging van do al
gemene uitkering uit het gemeentefonds toegepast gelijk aan een op
basis van een jaarlijks te bepalen rentepercentage (gelijk aan het
percentage, waarnaar de rentevergoeding voor door schoolbesturen
gestorte waarborgsommen wordt berekend) 25-jarige annuïteit van
3O50 van de subsidiabele restauratiekosten.
Op grond van het besluit verfijning algemene uitkering rioleringen
wordt aan een gemeente, binnen welker grondgebied na 4 1965 oen
gemeentelijke ondergrondse riolering, anders dan als vervanging van
een bestaande, is aangelegd, oen jaarlijkse verhoging van hot be
drag per inwoner toegekend voor elke aansluiting ten behoeve van
op het moment van aansluiting gedurende, tenminste drie jaar in ge
bruik geweest zijnde gebouwen. De jaarlijkse verhoging wordt verkre
gen door toepassing van de formule a x b x 10,--, in wolke for-
c x d
mule voorstelt;
a. het annuïteitspercentage van een 25-jarige annuïteit;
b. het indexcijfer van de bouwkosten van woningen (1959 100);
c. het aantal inwoners op 1 januari van het uitkoringsjaar
d. hot uitkeringspercentage van de algemene uitkering.
Deze verhoging vindt plaats met ingang van het uitkeringsjaar, vol
gend op hot kalenderjaar waarin do aansluiting is gemaakt, tot cn
met het vijfentwintigste uitkeringsjaar volgend op bedoeld kalen
derjaar