1966 6,5
1967 6,875
1968 6,875
1969 7,3
- 8 -
Bijlage 6 (vervolg)
De bedragen voor de stichtingsjaren 1964 "k°"k en mG"^ 1971 zijr
berekend net inachtneming van een rentevoet, welke voor elk
dier jaren afzonderlijk is bepaald en, behoudens die voor
1970 en 1971» in volgende jaren geen wijziging ondergaat.
De aangehouden rentepercentages zijn:
stichtingsjaar 1964 5
1965 5,75
1970 7,6
1971 7,6
De laatste twee percentages zijn nog slechts voorlopig en zul
len in volgende jaren worden bijgesteld aan de hand van de
nader beschikbaar gekomen statistische gegevens inzake de ge
middelde rentevoet in 1970 respectievelijk in 1970 en 1971°
Do tot en met 1969 aangehouden rentepercentages zijn defini
tief en geven het gemiddelde rentepeil weer, geldende in het
stichtingsjaar en het daaraan voorafgaande jaar (tweejaar
lijks gemiddelde)Voor do lokalen met een stichtingsjaar
liggende vóór 1964 is ten aanzien van de oorspronkelijke ka
pitaalsuitgaven en de tot en mot 1963 verrichte latere inves
teringen gerekend met een rentevoet van 4,5/j en voor de na
1963 t/m 1968 verrichte latere investeringen - welke voors
hands zijn geschat met do hiervoor voor elk dier jaren ver
melde percentages.
Do uitkeringsregeling terzake van do stichtingskosten is gebo
soerd op een rechtlijnige afschrijving van het totaal aan
initiële kapitaalsuitgaven voor grond, bouw en inrichting in
een periode van 40 jaar.
Ir. feite is de uitkeringsregeling als een vergoedingsregeling
op basis van een 40-jarige afbetaling aan te merken en wijkt
zij, ook met betrekking tot do aangehouden rentepercentages,
niet onbelangrijk af van de in de gemeentelijke boekhouding
aangehouden systemen ter bepaling van de jaarlijkse kapitaals
lasten (rente-omslag en afzonderlijke afschrijvingsduur voor
grond, gebouwen en inrichting)