Wijziging Bezoldigingsverordening 1960.
Bijlage no. 411» Leeuwarden, 2 december 1970-
Aan de Gemeenteraad.
De Regering heeft besloten de kortingsregelingen voor het van
Rijkswege verstrekte genot van kost en inwoning, welke 'in het Bezoldigings
besluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1948 zijn opgenomen, op een aantal
punten te herzien, zulks naar aanleiding van het feit, dat de voedings
kosten en de huishuren sedert de vorige herziening sterk zijn gestegen.
De artikelen 20, 21 en 24 van de Bezoldigingsverordening 1960
welke respectievelijk handelen over het van gemeentewege verstrekken van
kost en inwoning, over het van gemeentewege verstrekken van woning, vuur,
licht en water en over de bezoldiging van de leerling-verplegendenver
wijzen thans nog naar de desbetreffende regelingen voor het rijkspersoneel.
In de plaatselijke Commissie voor Georganiseerd Overleg is, met
name ten aanzien van de bezoldiging van de leerling-verplegenden en de
leerling-ziekenverzorgendenaangedrongen op een volledige tekst in de
Bezoldigingsverordening 196O in plaats van een verwijzing naar de rijks
regelingen.
In bijgaand ontwerp-raadsbesluit, waarin de nieuwe kortingsregelingen
zijn opgenomen, is met bovenbedoelde wens van genoemde commissie volledig
rekening gehouden.
De wijzigingen komen in hoofdzaak hierop neer dat voor .van gemeente
wege verstrekte kost in plaats van minimaal 72,-- ƒ100,-- en in
plaats van maximaal 120,140,-- per maand op het salaris zal worden
gekort. Voor inwoning zullen de kortingen in minimum en maximum respec
tievelijk 70,en 100,-- gaan bedragen in plaats van 53,-- en
88,-- per maand. Zolang een ambtenaar een salaris geniet, lager dan
het minimum-loon 682,50), zal de korting voor het genot van kost en
inwoning respectievelijk 100,-- en 47,50 per maand gaan bedragen.
Voorts zal de korting bij geoorloofde afwezigheid voor elke dag waarop
geen kost wordt genoten met 4,-- worden verminderd. Tot nu toe werd
bij een geoorloofde afwezigheid van tenminste een week de korting slechts
voor 1/1O gedeelte toegepast.
Ingevoegd wordt een bepaling dat voor de ambtenaren, ingedeeld in
bijlage B (verplegenden)de korting voor het genot van woning ten
hoogste 135,-- Per maand zal gaan bedragen indien zij deze zonder
gezin hebben betrokken. In dit geval vindt niet tevens korting plaats
voor het genot van vuur, licht en water.
De voetnoten van bijlage A, voorzover deze betrekking hebben op
een korting wegens het genot van kost en inwoning, worden vervangen door
een voetnoot, welke verwijst naar de zo juist genoemde concept-bepaling
in de Bezoldigingsverordening 196O, waarin is opgenomen dat voor het
genot van woning ten hoogste 135,Pör maand zal worden gekort,
indien de ambtenaar een woning zonder gezin heeft betrokken.
Het wordt in het algemeen weinig bevredigend geacht dat voor het
verplegend personeel een kortingsregeling wordt gehanteerd, welke
afwijkt van die, welke ten aanzien van het overige personeel geldt.
In verband hiermede kunnen de voetnoten in bijlage B, voorzover betrekking
hebbende op de korting wegens het genot van kost en inwoning, vervallen.