- 2
In het nieuw ontworpen artikel 24 zijn de salarissen opgenomenI
van de leerling-verplegenden en de leerling-ziekenverzorgenden. In I
verhand met het feit dat, als gevolg van de bepalingen van de Algemel
burgerlijke pensioenwet, do emolumenten vrije kost en inwoning met I
ingang van 1 januari 1971 in de bezoldiging zullen worden geïncor
poreerd, zullen de vermelde bedragen moeten worden gewijzigd, zodra I
een besluit is genomen omtrent de algemene loonmaatregelen per laatsj
genoemde datum. Het verdient aanbeveling artikel 4 van de (Rijks)
Bezoldigingsregeling leerling-verplegenden 1969* houdendu een bepaliij
betreffende de aanvang van de salarisverhogingen bij toelating tot aj
volgende leerperiode, in de Bezoldigingsverordening 1960 als derde I
lid in artikel 24 op te nemen.
De in bijgaand ontwerp vervatte overgangsbepaling beoogt de
nieuwe kortingsbedragen geleidelijk in te voeren.
Een eventuele verhoging van de korting blijft telkenjare beperkt tot
25,per maand. De redactie van de ontworpen overgangsbepaling is
zodanig, dat deze ook van toepassing is op hieuw in dienst te nemenl
personeel.
Onder mededeling dat de voorgestelde wijzigingen materieel gehei
overeenstemmen met de overeenkomstige bepalingen van het Bezoldiging
besluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1948, zoals die na de tot stand-1
koming van de voorgenomen wijzigingen daarom zullen luiden, en
voorts onder mededeling, dat d^ plaatselijke Commissie voor Georga
niseerd Overleg zich met de bovenbedoelde wijzigingen heeft kunnenl
verenigen, stellen wij U voor over te gaan tot vaststelling van
bijgaand ontwerp-besluit
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
de Jong Secretaris.
No. 17804.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van
2 december 1970 (bijlage no. 411)
gezien het advies van 18 november 1970 van de Commissie voor
Georganiseerd Overleg;
BESLUIT?
vast te stellen de volgende
Verordening tot wijziging van de Bezol
digingsverordening 196O.
Artikel I.
A. Artikel 20 wordt gelezen als volgt s
1. Voor het van gemeentewege verstrekte genot van kost en
inwoning wordt op de bezoldiging een korting toegepast, welke
bedraagt s
a. voor kost 12^. van het salaris, vermeerderd met de toelagen
welke met toepassing van deze verordening zijn of worden
verleend, met uitzondering van de toelage, bedoeld in
artikel 18a, met een minimum van 100,-- en een maximum
van 140,-- per maand;
b. voor inwoning Q°/o van het salaris vermeerderd overeenkomstig
het onder a gestelde, met een minimum van f 70,en een
maximum van f 100,per maand.
2. Zolang het salaris, vermeerderd overeenkomstig het gestelde in
het eerste lid, onder a, lager is dan het bedrag, genoemd in
artikel 17* eerste lid, bedraagt de korting voor het genot van
kost 100,-- en voor het genot van inwoning 47*50 per maand.
3' Bij geoorloofde afwezigheid wordt de korting voor elke dag
waarop geen kost wordt genoten met 4*-- verminderd, met dien
verstande dat de totale vermindering over de periode van deze
afwezigheid ten hoogste omvat het bedrag dat over die periode
voor het genot van kost zou zijn gekort indien belanghebbende
aanwezig zou zijn geweest.
4. In bijzondere gevallen kunnen Burgemeester en Wethouders een
regeling treffen, welke afwijkt van het bepaalde in de vorige
leden.
B. Artikel 21 wordt gelezen als volgt?
1. Voor het van gemeentewege verstrekte genot van woning, vuur,
licht en water wordt op de bezoldiging een korting toegepast,
welke bedraagt?
a. voor woning 12fo van het salaris, vermeerderd met de toelagen
welke met toepassing van deze verordening zijn of worden ver
leend, met uitzondering van de toelage, bedoeld in artikel
18a;
■H