- 4 -
Artikel IV.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 1971»
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Bijlage no. 412.
Leeuwarden, 2 december 1970
Aan de Gemeenteraad.
De door de gebruikers van de gemeentelijke sport- en recreatieakkom-
modaties verschuldigde bedragen worden aan 2 regelingen ontleend, t.w.
a. de z.g. vergoedingsregeling,
b. de tariefsbesluiten.
Wij menen er goed aan te doen een en ander nog eens in het kort uiteen
te zetten.
De vergoedingsregeling is gebaseerd op het raadsbesluit van 19 decem
ber 1966, no. 18542. Blijkens dit besluit geeft de Gemeente m.i.v. 1 septem
ber 1966 de gemeentelijke sportakkommodaties aan de in de gemeente Leeuwarden
gevestigde sportverenigingen, die zijn aangesloten bij een landelijke en/of
regionale sportorganisatie, en in dit verband geregeld aan sportwedstrijden
deelnemen, (ten behoeve van training en het spelen van competitie- en beker-
westrijden) in gebruik tegen betaling van de kosten van water- en energiever
bruik en eventuele andere door Burgemeester en Wethouders te bepalen kosten
welke rechtstreeks voortvloeien uit het gebruik. In de praktijk worden alleen
de kosten van water en energie in rekening gebracht.
De achtergrond van deze regeling is, dat de daarin bedoelde verenigingen
zich belangrijke offers moeten getroosten, waaronder reis- en verblijfkosten en
kosten van vakkundig trainingspersoneel. De sportverenigingen, dio oon be
langrijke functie vervullen op het terrein van de aktieve en passieve recreatie,
worden op deze wijze in staat gesteld hun trainings- en ivedstrijdprogramma met
een minimum aan terreinkosten af te werken.
Niet alle verenigingen voldoen aan de voorwaarden voor toepassing van
de vergoedingsregeling b.v. die niet zijn aangesloten bij een landelijke
en/of regionale organisatie of, indien dit wel het geval is, niet regelmatig
deelnemen aan westrijden. Het komt ook voor, dat een vereniging slechts voor
een deel van haar aktiviteiten onder de werking van de betreffende regeling
kan worden gebracht, b.v. training/wedstrijden van een solcctieploeg. Voorts
valt het houden van tournooien en vrienschappelijke wedstrijden ook niet onder
de vergoedingsregeling.
Voor zover de vergoedingsregeling niet van toepassing is, dienen de
diverse gebruikers van sport- en recreatieakkommodaties de daarvoor vastge
stelde tarieven te betalen.
De thans geldende.tarieven zijn in diverse raadsbesluiten vastgesteld,
t.w. van 6 januari 19^9» no. 20759a en c, van 9 maart 1970» no. 2414 en van
5 januari 1970, no. 19750 a t/m f.
Ter verkrijging van een beter overzicht zijn de per 1 januari 1971 voor
gestelde tarieven niet meer opgenomen in een groot aantal afzonderlijke concept
raadsbesluiten maar in één bijlage op het bij deze raadsbrief gevoegde concept
besluit, t.w. in de derde kolom. Om vergelijking met de bestaande tarieven te
vergemakkelijken zijn deze in de tweede kolom van de bijlage vermeld.
De thans voorgestelde aanpassing van de tarieven voorziet in het al
gemeen in een verhoging van 10$, waarbij enige afronding is toegepast. Deze
verhoging is gewenst om de steeds toenemende kosten van beheer en exploita
tie enigszins te compenseren. Een samenvatting van de functionele resultaten
rekeningen volgens de primitieve begroting en concept-begroting 1971 is te
Uwer oriëntatie aan dit voorstel toegevoegd. De concept-begroting 1971 van de
Dienst voor Sport en Recreatie is gebaseerd op de bestaande tarieven.