3. van de levering af komen alle zakelijke lasten en belastingen, wel
ke van het over te dragen perceelsgedeelte worden geheven, voor
rekening van de gemeente Leeuwarden;
4. door en op kosten van de gemeente Leeuwarden zal op het aan ver
koper verblijvende gedeelte van perceel nummer 461, onmiddellijk
langs de grens tussen het verkochte en het niet verkochte, een
tuinhek van azoba-hout, hoog 0,60 m worden geplaatst, waarin ter
Ho. 17812 a.
HE RAAD DER GEMEENTE LEE WARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 2 de
cember I97O (bijlage no. 4*16);
BESLUIT
aan te kopen van H.J.J. Tjallings, wonende te Leeuwarden, Tijnjedijlc
32? een zuidelijk gedeelte ter grootte van plm. 12 centiare van het
aan de Tijnjedijk gelegen perceel, kadastraal bekend gemeente Huizum,
Sectie G
nummer 401,
sheel groot 97 centiare, welk perceelsgedeel
te cp de tij dis besluit behorende tekening roodgekleurd is aange
geven, voor een koopsom van 180,en voorts onder de volgende
bedingen
1het perceelsgedeelte wordt overgedragen met alles wat daarop of
daarin aanwezig is en met alle daarop rustende erfdienstbaarheden
en lasten en daaraan verbonden rechten, doch vrij van huur en hy
potheek;
2. de levering geschiedt op de dag van het verlijden van de akte van
o/erdracht
et voetgangersvcr-
plaatse van het voetpad een araaihekje voor h
keer wordt afgehangen;
het onderhoud van het onder 4 genoemde tuinhek met draaihekje i;
ten laste van verkoper;
indien nodig en gewenst wordt door
Sn voor rekening van de
meente Leeuwarden, hot niet verkochte gedeelte voortuin in over
leg met verkoper zover opgehoogd, dat een aanvaardbare aanslui
ting aan liet trottoir wordt verkregen;
Yoorzover nodig zal door en op kosten van de gemeente Leeuwarden
het toegangspad naar de woning, staande op het niet verkochte
perceelsgedeelte, onder afschot worden herlegd en in aansluiting
worden gebracht met het op het verkochte perceelsgedeelte aan te
leggen trottoir;
verkoper is tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot die wegens
uitwinning;
partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding,
als bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het Burgerlijk Wet
boek;
'X