Artikel 4»
Aan de Commissie voor de Dienst voor de Gezondheidszorg worden toegekend
de volgende aan burgemeester en wethouders toekomende bevoegdheden;
a« alle bevoegdheden, welke bij of krachtens de gemeentelijke rechts
positieregelingen aan burgemeester en wethouders zijn toegekend met
betrekking tot de personeelsleden, die een ambt bekleden, dat is
ingedeeld in één van de schalen 1 t/m 19 van de bij de Bezoldigings
verordening 1960 behorende bijlage A, in één van de schalen 1 t/m 5
van de bij die verordening behorende bijlage B of in de bij die ver
ordening behorende bijlage E, met dien verstande dat de door
burgemeester en wethouders nader vast te stellen richtlijnen dienen
te worden opgevolgd;
b. het toezichthouden op de toepassing van "huisregels" voor en op de
arbeidsomstandigheden van het personeel;
c. het stellen van nadere regelen verband houdend met het communicatie
patroon tussen de commissie en de directie;
d. het toezicht houden op de interne organisatie en het functioneren
daarvan
e. het toezicht houden op een doelmatige besteding van de beschikbare
middelen en het zich periodiek op de hoogte houden van de financiële
gang van zaken door vergelijking van de reële kosten en opbrengsten
met die, welke in de begroting zijn voorzien;
f. het plannen van werkzaamheden, die ten laste van het onderhoudsfonds
dienen plaats te vinden; v
g. het aanwijzen van vertegenwoordigers in studie- en contactorganen en
organen van samenwerkingsverbanden, wier werkterrein samenhangt met
dat van de dienst.
Artikel 9»
1. De commissie is voor het door haar gevoerde bestuur verantwoording
schuldig aan de raad.
2. Burgemeester en wethouders houden toezicht op de uitoefening door de
commissie van de aan haar toegekende beheersbevoegdheden, oorspronke
lijk aan dat college toekomende.
3. De commissie is verplicht aan burgemeester en wethouders en aan de
raad alle gewenste inlichtingen omtrent de uitoefening van de aan
haar toegekende bevoegdheden te verschaffen en alle terzake verlangde
stukken over te leggen.
Artikel 6.
1Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening beheersbe
voegdheden Commissie voor de Dienst voor de Gezondheidszorg".
2. Zij treedt in werking op 1 januari 1971 -
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Benoeming van twee bestuursleden van de Stichting Borgstellingsfonds voor
Friesland.
Bijlage no. 423. Leeuwarden, 2 december 1970.
Aan de gemeenteraad.
In verband met het periodiek aftreden op 1 januari 1971 van mevrouw
ar, B. Veder-Smit en de heer K.J. de Jong als leden van het bestuur van
de Stichting Borgstellingsfonds voor Friesland dient te worden voorzien
in de vacatures, die daardoor zullen ontstaan.
Ingevolge artikel IV van de statuten van genoemde stichting wijst de
Gemeente een tweetal vertegenwoordigers aan in het bestuur van de stich
ting.
Wij stellen U voor over te gaan tot herbenoeming van mevrouw mr. E.
Veder-Smit en de heer K.J. de Jong tot lid van bovengenoemd bestuur.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma, Burgemeester.
de Jong
Secretaris.