-2- De Stichting echter krijgt een post van 11'. 200,- op haar begroting', die zij anders niet zou hebben gehad. In deze last wordt van Rijk en Gemeente een subsidie ontvangen van in to taal 80^. Er zou dfrhalve nog 20°/o te haren laste blijven, hetgeen een financieel nadeel zou betekenen. Het is daarom billijk, dat de Gemeente daarvoor een extra jaarlijks subsidie verleent ten bedrage van 2.240,-. Het huurbedrag wordt dan voor 100^ subsidiabel en voor de Stichting maakt het dan financiëel niets uit» De Gemeente moet in plaats van de volle last van de kapitaalslasten naast haar normale exploitatiesubsidie in de kosten van de huur, welk sub sidie het aflopende bijzondere rijkssubsidie moet vervangen en na 13 jaar oploopt tot 407° een extra subsidie van 20^ van de huur betalen, totaal ten hoogste 60°/o. De lastenverlaging van de gemeente bedraagt dan aanvankelijk 80°/o teruglopend tot \Oc/o na 1 3 jaar. Toen het Stichtingsbestuur zich bereid verklaarde haar medewerking aan bovenbedoelde transactie te geven,- sprak zij tevens de verwachting uit, dat het gemeentebestuur bereid zou zijn zo nodig nog verdere financiële hulp te verlenen. Wij hebben toen toegezegd, dat zo nodig te zullen bevorderel indien hat Stichtingsbestuur daartoe op redelijke gronden een beroep op de Gemeente zou doen. Een dergelijk verzoek heeft ons niet bereikt, maar uit de inmiddels ontvangen exploitatierekeningen blijkt, dat het Stichtingsbestuur rekent op dekking doo: de Gemeente van haar exploitatietekorten. Wij zijn van oordeel, dat het in het algemeen onjuist is zonder meer de exploitatietekorten te dekken van gesubsidieerde instellingen. Een bestuur, dat zelf een bepaald beleid moet voeren, zou daar financiëel dan in het gehee! niet bij betrokken zijn. Dit zou de Gemeente noodzaken tot een veel inten sievere controle op het doen en laten van het bestuur van de instelling dan nu het geval is. De rijkssubsidieregeling terzake, waaraan de Gemeente zich conformeert, gaat er van uit, dat van de kosten van het buurtwerk en de daar-l bij georganiseerde activiteiten 10°/o van de personeelslasten en 20^ van de overige lasten, waaronder in dit geval geen kapitaalslasten van het gebruik te gebouw behoeven te worden opgenomen, door de buurtbewoners zelf in de een of andere vorm moeten worden opgebracht. Al het overige wordt gedekt door rijks- en gemeentesubsidie. Naar onze mening kan een beslissing over een verdergaand vast c.q. van jaar tot jaar incidenteel subsidie pas worden ge nomen, als het Stichtingsbestuur daartoe inderdaad gemotiveerd op redelijke gronden een beroep op de Gemeente zou doen. De afwerking van deze kwestie heeft tengevolge van allerhande omstan digheden lang op zich moeten laten wachten. Er zijn inmiddels exploitatie rekeningen ontvangen over het tijdvak van 1 september- 31 december 19^7y °7er 19é8 en over 1969. Rekening houdende met een extra gemeentesubsidie van 20 van de huur, als bovenbedoeld heeft de stichting over die 2 en 1/3 jaar een totaal tekort van bijna 4*000,De Stichting zelf kan hier weinig meer aan doen. Wij achten het verantwoord ter dekking van -deze oude tekorten een eenmalige subsidie te geven van 4*000,-. Op grond van het vorenstaande stellen wij aan U voor overeenkomstig de aangehechte ontwerpbesluiten te besluiten tots a. intrekking van het raadsbesluit van 6 april 1966, no.47^2, voor wat be treft het gestelde onder I (intrekking verlenen bijdrage h fonds perdu); b. het buurthuis "De Oosthoek" met ingang van 1 september 19^7 "te verhuren aan de Stichting Buurtwerk "De 0osthoek"tegen een huurprijs van 11.200,- bij de bepaling van deze huurprijs is rekening gehouden met afdracht aan de Gemeente van de provinciale bijdrage van 15*000,-; -3- c. toekenning van een extra subsidie per jaar van 2.240,-, zijnde 20^ van de verschuldigde huur; d. toekenning aan de Stichting Buurtwerk "De Oosthoek" van een eenmalig sub sidie van 4*000,ter dekking van de tekorten over de jaren 1967 "t/m 1969. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden J.S. Brandsma Burgemeester. de Jong Secretaris

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1970 | | pagina 309