2 -
5. Zijn B. en Vook niet van mening
dat de tegenwoordig alom zozeer be
jubelde openbaarheid in casu door
hen meer had kunnen en behoren te
worden betracht?
6. Villen B. en V. van deze gelegenheid
gebruik maken tevens inlichtingen
te geven over de organisatie van het
werk, met name over het tempo waarin
dat voortgang vindt en de volgorde
van de onderdelen waaraan gewerkt
wordt, zulks o.a. met het oog op het
op zodanig tijdstip gereed komen
van het gehele gebouw, dat dit in
totaal zo spoedig mogelijk in ge
bruik genomen kan worden, met een
prognose van dat tijdstip?
5. Gelet op het antwoord onder 4 menen
wij deze vraag ontkennend te moeten
beantwoorden»
6a.Vat de bouwkundige vorderingen be
treft wordt nagenoeg de bouwplanning
gevolgd.
De drie beddenvleugels en de admini
stratie- en directievleugel van
het ziekenhuisgedeelte zijn reeds
opgeleverd.
De rest van het ziekonhuisgedeelte
wordt in de loop van november op
geleverd. Vat het verpleeghuis en
het economiegebouw betreft, zal
een enigszins andere procedure
worden gevolgd. Hier zal eerst aan
de architect worden opgeleverd,
hetgeen reeds voor een groot gedeel
te is gebeurd en vervolgens aan
de opdrachtgever. Dit laatste zal
ook in november geschieden. Het
bovengenoemde geldt met' uitzondering
van de door de Raad goedgekeurde
uitbreidingen (o.a. polikliniek,
revalidatie- en recreatieruimten).
Ook deze laatste werkzaamheden
zullen dit jaar bouwkundig klaar
zijn, de recreatieruimten uit
gezonderd.
b.Vat de materiële en immateriële voor-l
zieningen betreft, wordt volgens
een bepaald schema gewerkt, hetgeen
in het algemeen tot dusverre kan
worden bijgehouden. Onze prognose
omtrent de in gebruikneming - ih
fasen uit te voeren - in de eerste
drie maanden van 1971 blijft dan ook I
gehandhaafd, eventuele vertraging
i.v.m. de wateroverlast in do kel
ders daargelaten.
Leeuwarden, 20 oktober 1970.
Burgemeester en Vethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma
de Jong
Burgemeester.
Secretaris,
Aanhangsel nr. 25.
Schriftelijke vragen van het raadslid G.F. Eijgelaar met betrekking tot de ge
projecteerde winkelcentra in het Lekkumerend en 't Aldlan:
Vragen
Antwoorden Burgemeester en Wethouders:
Is het juist:
a. dat voor de realisering van de
winkelcentra in het plan Lekkumer-
e,nd en in het plan 't Aldlan ge
ïnteresseerd bleken:
de "N.V. Winkelcentra Leeuwarden";
de "Projectontwikkelings- en Ex-
ploitatiemi j Johan Matser II.V."
te Hilversum;
de "Stichting Projectontwikke
lingsbureau AMRO" te Den Haag;
en de Ontwikkelingsgroep "Winkel
centra Nederland N.V." te Amster
dam
b. dat tussen deze gegadigden op 5
augustus 1970 een loting heeft
plaatsgevonden .met als resultaat
dat voor het Lekkumerend is aan
gewezen de "Stichting Projectont
wikkelingsbureau AMRO" te Den
Haag en voor 't Aldlan de "Pro-
jectontwikkelings- en Exploita
tiemij. Johan Matser N.V." te
Hilversum
Indien vraag lb bevestigend wordt
beantwoord
Kan het college dan een nadere mo
tivering geven van het feit dat men
tot loting is overgegaan in plaats
van tot aanwijzing van "N.V. Winkel
centra Leeuwarden"die in het re
cente verleden het initiatief heeft
genomen en een belangrijke bijdrage
heeft geleverd tot het tot stand
komen van het winkelcentrum Bilgaard,
aHeeft het college bij de loting-
voorwaarden gesteld dat de betrok
ken instituten bij de verdere re
alisering van hun plannen, nauw
overleg zal plegen met de Leeu
warder Middenstandsraad
b. indien dit niet is gebeurd, welke
maatregelen denkt het college dan
te nemen om deze samenwerking als
nog te bewerkstelligen.
l/2. Er waren verschillende gegadigden
voor de realisering van de in Lekkumer
end en 't Aldlan geprojecteerde winkel
centra. Daaruit hebben wij een viertal
geselecteerd, die naar onze mening het
meest in aanmerking kwamen. Omdat het vol
gens objectieve maatstaven niet mogelijk
was uit dit viertal een keus te doen heb
ben wij alle vier laten loten om het win
kelcentrum Lekkumerend. Daarbij werd de
Stichting Projectontwikkelingsbureau
"AMRO" te 1s-Gravenhage aangewezen als
degene, die dit centrum zal verwezenlij
ken
Bij loting tussen de overige drie gega
digden werd de Projectontwikkelings- en
Exploitatiemaatschappij Johan Matser N.V.
te Hilversum aangewezen voor de bouw van
het winkelcentrum in 't Aldlan.
Deze voorwaarde hebben wij niet ge
steld. Beide aangewezen ondernemingen
hebben ons echter tijdens het gevoer
de overleg reeds meegedeeld, dat zij
bereid zijn het door bedoelde over
leg te plegen. De Stichting Project
ontwikkelingsbureau "AMRO" te 's-Gra
venhage heeft voorts verklaard het
bebouwingsplan te zuilen voorbereiden
in nauw overleg met ue Rijksconsulent
voor het midden- en kleinbedrijf en
toerisme te Leeuwarden.