8.495,—
1 .565,"
azr-w tb*, tan v-.
4
R c c ap i t til a t i o
Do raming van de stelpost voor kapitaalslasten van nieuwe werken
(volgno. 634) dient te worden verlaagd met een bedrag van 81o563,
bouw van een zoutloods ten behoeve van do dienst
Reiniging en Brandweer
dempen Vliet (2e gedeelte)
bouw van 2 kleuterscholen
uitbreiden van de Willem de Zwijgerschooi
voor
lotaal
51.425,--
16.920,—
4.725,—
j o
Ha deze verlaging is op volgno.634 nog oen bedrag van 61.200,be
schikbaar O
De raming van de post voor onvoorziene uitgaven (volgno. 644) dient
te worden verlaagd net oen bedrag van 15.OOO,— voor het doen van een
extra storting in het fonds voor culturele doeleinden.
Na deze verlaging is op volgno644 nog een bedrag van 89.930,
beschikbaar
Wij stellen IJ voor de gemeentebegroting en de begrotingen van het
Grondbedrijfhot Woningbedrijf en de Dienst voor Reiniging en Brandweer
vóór hot dienstjaar 1970 te wijzigen overeenkomstig de ter inzage gelegde
ontwerp—b oslui t en
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.3. Brandsma, Burgemeester.
de Jong
Secretaris
Demping Vliet en aankoop grond met opstallen aan het Noordvliet vara H.V.
Koopmans Meelfabrieken.
Bijlage no. 391* Leeuwarden, 11 november 1970.
Aan de Gemeenteraad.
In de vergadering van Uw Raad van 2 november j.l. werd een motie aan
vaard, waarin de Raad aan ons College opdraagt de demping van het tweede ge
deelte van het Vliet opnieuw in de Raad ter discussie te stellen voordat tot
deze demping wordt overgegaan.
Ter voldoening aan deze opdracht zal dit punt worden geplaatst op de
agenda voor de Raadsvergadering, te houden op 23 november a.s.
In verband met het vorenstaande lijkt het ons wenselijk do volgende
feiten nogmaals onder Uw aandacht te brengen.
De beslissing van Uw Raad om het Vliet tussen de Poppebrug en de Booms-
brug te dempen word genomen op 3 september 1965- Be voornaamste redenen, wel
ke tot het nemen van deze beslissing hebben geleid, zijn de volgende:
1. het wordt noodzakelijk geacht om een betere verbinding tot stand te brengen
tussen de oostelijke stadswijk(en) en de binnenstad;
2. demping van het Vliet betekent een belangrijke kostenbesparing, omdat dan
geen kosten behoeven te worden gemaakt voor het vernieuwen van kademuren
van het Vliet, voor het vervangen van de Poppebrug, de Camminghabrug en de
Boomsbrug, alsmede voor het bedienen van de over het Vliet gelogen beweeg
bare bruggen;
3. als gevolg van hot dempen van het Vliet zal de sanering van langs het Vliet
gelegen buurten ten zeerste worden bevorderd.
Bij het nomen van de beslissing is uiteraard de nodige aandacht ge
schonken aan het feit, dat a.an het monumentale karakter van het Vliet en om
geving enig geweld wordt aangedaan en dat verschillende aan het Vliet geves
tigde bedrijven na de demping van het vaarwater zullen zijn aangewezen op
volledig wegvervoer.
Na een lange discussie werd ons voorstel aangenomen met 29 tegen 5
stemmen. Volledigheidshalve mogen wij U verwijzen naar het hierbij gevoegde
raadsverslag (punt 15).
V/ij hebben daarna getracht te komen tot een spoedige uitvoering van het
dempingsbesluitBij de verdere uitwerking van de plannon bleek echter dc
noodzakelijkheid van verhoging van het vo.or de demping benodigde krediet.
Ter gelegenheid van het behandelen van een desbetreffend voorstel op
23 april 1968, in welk voorstel reeds tot uiting kwam, dat het denpings-c
plan in verband met de beperkte .financierings-en budgettaire ruimte in twee
fasen zou moeten worden uitgevoerd werd een ingediende motie om in do vol
gende raadsvergadering een opsomming te geven van de motieven, welke thans
tollen om over te gaan tot het dempen van het "Vliet" tenslotte verworpen
met 21 togen 8 stemmen. Ook het hierop betrekking hebbende raadsverslag hebben
wij bijgevoegd (punt 35).
Inmiddels had de Minister van Cultuur, Recreatie on Maatschappelijk
V/ork bij brief van 15 november 1967? no. O.K.N.-157860, op ons verzoek
krachtens artikel 15 van de Monumentenwet vergunning verleend het Vliet te
dempen voor vat betreft het gedeelte, dat op de lijst van beschermde monumen
ten voorkomt.
Verdere was in het kader van het verbeteren van do Franklinstraat en in
verband met het verbeteren van het koelwatercircuit ton behoeve van de elek
trische centrale de Poppebrug reeds vervangen door een dan met duiker en was
op do plaats van de vaste Camminghabrug in het kader van de aanleg van de rio
lering in Leeuwarden-oost eveneens een dam in het Vliet gelegd. Toen dan ook
machtiging werd verkregen tot besteding van het krediet, benodigd voor het
dempen van het gedeelte van het Vliet tussen de twee genoemde bruggen, kon tot
uitvoering van dit gedeelte van het plan worden overgegaan.