11
assies
creatie 47°500,--), straat- en rioolbelasting 170.000,--) en
opcenten personele belasting 110.000,--).
Ten aanzien van deze belastingverhogingen zullen U binnenkort
afzonderlijke voorstellen bereiken. Wat de verhoging der veemarktrech
ten betreft is dit al gebeurd. Bij Uw besluit van 2 november 1970,
no. 15468, is reeds tot het verhogen van die rechten besloten..
Voor de privaattonnenrechten achten wij een verhoging met 25$
nodig van het tarief voer de tonnen, die zijn geplaatst in percelen
waarvoor aansluiting op het gemeentelijk riool verplicht is, teneinde
de dienstverlening kostendekkend te doen zijn. Het huisvuilrecht ware
op 50,-- per jaar te brengen, welk tarief in een aantal andere ge
meenten ook is ingevoerd. Voor de overige rechten van de reinigings
dienst moet o.i. worden gestreefd naar een aanpassing aan de opgetre
den. kostenstijging. De tarieven voor de zwembaden en voor het kampeer
terrein kunnen worden opgetrokken tot een elders ook gebruikelijk
niveau. De straatbelasting, waarvoor een dekkingspercentage (d.i. het
percentage van de kosten van straten c.a. dat door de straatbelasting
wordt gedekt) van 55 wordt nagestreefd, ware in verband hiermede te
verhogen. Het huidige tarief is voor de gebouwde eigendommen 22van
do in het kadaster vermelde opbrengst en voor de ongebouwde eigen
dommen 11$ van die opbrengst. Verhoging tot respectievelijk 24$ en
12$ is nodig om de gewenste mate van kostendekking te herstellen.
Tenslotte ware het aantal opcenten op de personele belasting te
verhogen van 200 tot 230, een niveau, dat wordt geëist voor gemeenten
die er niet in slagen hun begroting sluitend te maken en daarvoor om
extra-uitkeringen uit het gemeentefonds bij het Rijk moeten aanklop
pen (en dan hun vrijheid van handelen op financieel gebied verliezen).
Wij zullen - uiteraard - in de afzonderlijke voorstellen tot
het verhogen van bovengenoemde belastingen oen volledige toelichting
bij de tariefwijzigingen verstrekken.
Zoals wij eerder in dit hoofdstuk opmerkten, achten wij het ver
antwoord het begrotingstekort van 1.585.000,-- te dekken door mid
del van een bijdrage uit de saldi-reserve. De begroting wordt hier
door formeel sluitend. Deze handelwijze motiveren wij met het argu
ment, dat het "tekort" van incidentele aard is, omdat er zowel wordt
gerekend op het eerlang beschikbaar komen van nieuwe dekkingsmiddelen
als op het binnen enkele jaren geheel of gedeeltelijk vervallen van
uitgaafposten, die door bijzondere omstandigheden nu nog moeten wor
den geraamd of tot een hoger dan normaal te achten bedrag moeten wor
den geraamd.