- 10,67 - 1163 mrl a hm J»**- M maaÈÊOmii „gt WBBt^asBT^WA *W*. - 56 - F D E L I H G IV. FIHANCIELE BESCHOHWIHGEN 1. Langs welke weg wil het College de voor het realiseren van de bijzon dere taak van Leeuwarden in noorde lijk verband benodigde extra middelen verwerven? Door wijziging of aanvullingen van bestaande mogelijkheden via de Fin. Verhoudingswet Rijk-Gemeenten of de doeluitkeringen, en zo ja, welke? Of wordt aan andere subsidierege lingen en facilteiten gedacht, en zo ja, voor welk soort objecten? 2. Betekent het bij voorbaat vaststel len van dekkingsmiddelen voor het ontstane tekort ad 800.000, niet een beknotting van de vrijheid van besluitvorming van de Raad en zijn er geen alternatieve dekkings middelen? 3. Vil het Rijk aan de gemeenten bij devervallenverklaring van de opcen ten op de grondbelasting en de per sonele belasting een compensatie ge ven, dan zal deze compensatie door belastingheffing gevonden moeten worden. Als daarna de gemeente de opcentenheffing direct laat herle ven, betekent dat een rechtstreekse verhoging van de belastingdruk. Het lijkt mij nuttig hier vroegtijdig aan te denken bij het naken van plannen over de wijze waarop die compen satie-uitkering besteed zal worden. streven er naar langs alle ten dienste staande wegen meer middelen uit 's Rijks kas te verkrijgen. De Raad is geheel vrij in het aan wijzen van andere dekkingsmiddelen. De keuze is o.i. echter beperkt tot de sectoren belastingen en tarieven. Het door ons voorgestelde pakket geeft naar onze mening een redelijke spreiding. Het laten herleven (laten voortbestaan' van de opcentenheffing betekent geen verhoging van de belastingdruk. Een met de compensatieuitkering van het Rijk aan de gemeenten rechtstreeks verband houdende belastingmaatregel van het Rijk is er niet. De compensa tieuitkering wordt betaald uit de al gemene rijksinkomsten. De compensatie uitkering die de ge meente ontvangt wordt besteed om het in de ontwerpbegroting ontvouwde pro gramma te kunnen uitvoeren. Dit pro gramma omvat ook enige stelposten die nog moeten worden verdeeld. 4« Wordt bij het vaststellen van tarief- en belastingverhogingen i.v.m. het begrotingstekort wel voldoende reke ning gehouden met de draagkracht der burgers? Wat zijn in dit verband de gevolgen voor het indexcijfer van levensonder houd van de burgers van onze gemeente? 5. Op blz. 6 van bijlage 6 van de Aan biedingsbrief staat vermeld dat de gemeentelijke belasting-capaciteit thans ƒ16,- bedraagt, (landelijk 13,18). Yragen a. Hoe hoog is deze belastingcapaci teit in vergelijkbare gemeenten? b. Zijn de in de ontwerp-begroting voorgestelde belastingverhogingen al in dit bedrag opgenomen? De mogelijkheden tot verhoging van tarieven en belastingen zijn beperkt. Wiet alle tarieven zijn op draag kracht gebaseerd. Wij menen, dat ons voorstel een redelijke verdeling van de lasten over de belastingplichtigen geeft De invloed van de verhoging cp het index-cijfer van levensonderhoud is gering. Een exact cijfer kunnen wij niet geven. a. Heerlen 11,85 Maastricht - 12,16 Breda - 11,96 Eindhoven - 12,38 Enschede Groningen - 15,28 Apeldoorn - 13,58 s-Hertogenbosch - 14,08 Laren - 11,91 Tilburg Dordrecht - 11,22

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1971 | | pagina 168