- 76 - i 1 hé AFDELING DIBITST SOCIALE WERKVOORZIENING. 1Geeft de gang van zaken op de socia le werkplaats na de in werlcingtre- ding van de W.S.W. ook aanleiding tot klachten en moeilijkheden wat het toelaten en/of handhaven van be paalde categoriëen gehandicapten betreft? *»vï> •i •A- \3 t jV .et het geval. EUsk 2. Wordt er voldoende gebruik gemaakt van do mogelijkheden tot werktijd verkorting voor die werknemers die uit hoofde van hun gezondheidstoe stand daarop aanspraak zouden moe ten kunnen maken? Is er een voldoende soepel beleid ten aanzien van het geven van buiten gewoon vakantieverlof? 4» Do Socialo Werkplaats sou onder de huidige omstandigheden belangrijk moer werknemers kunnen tewerkstel len dan thans hot geval is. Is het mogelijk binnen 2 jaar belangrijk meer werknemers een dienstverband to laten aangaan? Zo noen, is het moge lijk een dool van de gebouwen (tij delijk) ter beschikking te stellen van een andcr(o) bedrijf of dienst, eventueel verhuur aan een niot gemeen telijk bedrijf of dienst. Zowel bij de toelating als tijdens het geplaatst zijn wordt door middel van inschakeling van de bedrijfsarts met dergelijke omstandigheden reeds rekening gehouden. De desbetreffende verlofregeling,die gebaseerd is op de Wet Sociale Werk voorziening, wordt zo billijk moge lijk toegepast. Het aantal werknemers in de sociale werkplaats bedroeg per 31 december 1970: 238, (por ultimo december '1969 en 1968, respectievelijk 222 en 180). De bedrijfsruimten in het nieuwe ge bouw zijn hiermee niet ten volle be zet. De normatieve bezettingsgraad is echter moeilijk exact aan te ge ven, aangezien doze sterk afhankelijk is van de aard van de te verrichten werkzaamheden. Er wordt uiteraard ge streefd naar een optimale benutting van de aanwezige ruimten, maar of en in hoeverre uitbreiding van personeels bestand mogelijk is, wordt overwegend bepaald door conjuncturele factoren en de bereidheid bij andere gemeen ten, tot schaalvergroting te komen. Hoewel het geenszins zeker is, dat binnen afzienbare tijd het aantal werknemers spectaculair zal toenemen, is het bezwaarlijk de beschikbare werkruimten met andere bedrijven of diensten te delen. Zulks enerzijds al in verband met hetgeen hiervoor werd opgemerkt omtrent do bezettingsgraad, anderzijds in verband met de differen tiatie in produkten die door de dienst worden gefabriceerd. Daarbij komt nog, dat het nieuwe gebouw zich wegens zijn indeling minder goed leent voor gedeel telijke verhuur aan derden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1971 | | pagina 188