No. 19032.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van
23 december 1970 (bijlage no. 9);
B E S L U I T s
aan de heer B. Brenger, Tuinen 1B, te Leeuwarden, voor de restauratie
en verbetering van het hem in eigendom toebehorende pand Nieuwestad 3?
een subsidie toe te kennen van ^>.000,
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Restauratie-subsidie Grote- of Jacobijner Kerk
Bijlage no, 10 Leeuwarden, 23 december 1970.
Aan de Gemeenteraad.
Reeds geruime tijd worden er besprekingen gevoerd en plannen voorbe
reid om te komen tot de zo noodzakelijke restauratie van de Grote- of Jaco-
bijner-Kerk aan het JacobijnerkerkhofDe noodzaak van restauratie van dit
unieke beschermde monument, dat in .eerste aanleg naar mag worden aangenomen
dateert uit de 13e eeuw en in de 15e eeuw is herbouwd, blijkt o.m. uit het
feit, dat de kerk buiten gebruik moest worden gesteld, omdat er door ernstige
bouwtechnische gebreken gevaar voor de gebruikers bestond.
De rijksdienst voor de monumentenzorg, die, gezien de toestand van
de kerk, erg geporteerd is voor een spoedige restauratie, heeft reeds gelden
voor het herstel gereserveerd. Het grote aantal in uitvoering zijnde res
tauratiewerken noodzaakt de dienst echter de uitbetaling op te schuiven tot
de jaren 1975-1979» De rijksdienst, nog niet beschikkende over volledig uit
gewerkte restauratieplannen, gaat er van uit, dat de restauratiekosten niet
meer dan 1.500.000,zullen bedragen en dat de uitvoering der werkzaam
heden vier jaren in beslag zal nemen.
Hoewel het rijkssubsidie voor de restauratie van kerken in het alge
meen 5056 van de subsidiabele kosten bedraagt, is voor de Grote Kerk, gezien
de financiële positie van de Hervormde Gemeente en om een spoedige aanpak
van de restuuratie te bevorderen, een subsidie van 52g^ dn uitzicht gesteld.
De rijksdienst voor de monumentenzorg verwacht, dat de gemeente en de pro
vincie de gebruikelijke subsidie-percentages (respectievelijk 30 on 10)
eveneens met 2-gzullen verhogen.
Gezien de bijzondere aard van de restauratie (uit het onderzoek dat
thans in de kerk wordt ingesteld, zijn reeds zeer belangwekkende gegevens
over de bouwgeschiedenis naar voren gekomen) en gelet op het feit, dat het
hier in wezen mede een algemeen Leeuwarder cultuurbezit betreft, achten wij
toekenning van een subsidie van 32-1j' wel verantwoord. Ook de commissie voor
dc monumentenzorg is deze mening toegedaan. De commissie baseert haar stand
punt mede op de overweging, dat door uitstel van de restauratie de kosten
door een verdergaande stijging van lonen en prijzen nog hoger zullen worden.
Ook een verder achteruitgaan van het gebouw door uitstel van de restauratie
werkt kostenverhogend. Wij kunnen dit standpunt geheel onderschrijven.
Uitgaande van de door de rijksdienst genoemde restauratiekosten van
1.500.000,tc besteden in vier jaar, zal met een gemeentelijk subsidie va
327$ een bedrag gemoeid zijn van 121.875»- per jaar of 487*500,- in to
taal. Do lasten, voortvloeiende uit een bedrag van 450.000,(30^ van
de subsidiabele restauratiekosten), kunnen worden gedekt door een uitkering
uit het gemeentefonds gedurende 25 jaar op grond van het Besluit verfijning
algemene uitkering monumenten. De uit de extra uitkering van 2^f/o in totaal
groot 37.500,- voortvloeiende kapitaalslasten komen geheel ten laste van
de gemeente. Op basis van een 25-jarige annuiteit bedraagt deze last geduren
de 25 jaar elk jaar 3Ȏ00,-. Dekking van deze last kan worden gevonden
door te beschikken over een gedeelte van do stelpost voor kapitaalslasten
van nieuwe werken op de begroting voor 1971»
Nadat de gemeentebegroting voor het dienstjaar 1971 door üw Raad zal
zijn vastgesteld, zullen wij U voorstellen deze begroting in verband met het
toekennen van het onderhavige restauratiesubsidie te wijzigen.
V/ij stellen U voor te besluiten overeenkomstig het hierna afgedrukte ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma
de Jong
Burgemeester.
Secretaris.