b. oppervlakte van gebouwen
ce goot- of boeihoogte
d. bebouwd oppervlak
tussen de buitenwerkse gevelvlak'
en/of tot het hart van de scheid
muren
t van de bovenkant van de goot of
van de druiplijn van het boeiboc
tot aan de kruin van de weg» dar:
wel tot het aansluitende, afgewe
te maaiveld, indien dit neer dan
0.20 m boven of beneden de kruin
de weg is gelegenj
de som van de oppervlakken van a
op een bouwperceel staande gebou
raet inbegrip van bovengrondse bol
delen, voorzover aanwezig op
of hoger boven het afgewerkte te
rein.
Hoofdstuk II. Bestemvningsbepal ingen
Artikel 3* Sportterreinen
1De op de fcaart met "sportterrein" aangegeven gronden zijn bestemd
voor sportterreinen met daarbij behorende gebouwen, andere bouwwerken
en andere werken, met dien verstande dat:
a.0 de gezamenlijke oppcrvlo,kte van de gebouwen en andere bouwwerken
niet meer dan 90/^ van het bobouwingsvlak zal bedragen5
b. de goot- of boèihoogte van de gebouwen niet meer dan 3.50 m zal
bedragen;
c. de hoogte van de andere bouwwerken niet meer dan 6 m zal bedragen:
d. de gebouwen uitsluitend binnen het op de kaart aangegeven bebou-
wingsvlak zullen worden gebouwd.
2. Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien
van de situering en de afmetingen van de gebouwen en andere bouw
werken.
Artikel 4» Water.
1c De op de kaart met "water" aangegeven gronden zijn bestemd voor sloten
en oeverstroken met de daarbij behorende andere bouwwerken, noodzake
lijk voor de aanlog, het onderhoud en do instandhouding van het water,
de bij het water behorende kunstwerken en andere werken.
Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd0
Hoofdstuk III. Gebruiksbepalingen.
Artikel 5» Gebruik van de gronden.
1. In het gebied, waarop de bestemmingsbepalingen betrekking hebben,
mogen de gronden niet worden gebruikt voor standplaats voor living-van
caravans, tenten en naar de aard daarmee gelijk te stellen onderkomens
de opslag van voer-, vaar- of vliegtuigen, de opslag van schroot, af
braak en bouwmaterialen, grond- en bodemspeciepuin en vuilstortingen
2o Het gestelde in lid 1 is niet van toepassing op:
a» de opslag van grond- en bodemspecie, het normale onderhoxJd van vate
lopen en paden ten behoeve van de normale agrarische bedrijfsvoerin
en de exploitatie van het sportveld;
"b. de tijdelijke"