Het in artikel 49 van de Wè't op de Ruimtelijke Ordening bepaalde
gold aanvankelijk alleen voor de onder de V/et op de Ruimtelijke Ordening
tot stand gekomen bestemmingsplannen. Voor de onder do Woningwet-1901
tot stand gekomen stedebouwkundige maatregelen golden krachtens artikel
10, lid 2, van de Overgangswet Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting
de reeds genoemde schadevergoedingsverordeningen van 1930 en 1933»
Ingevolge artikel 10, lid 2, van de Overgangswet zijn deze schadevergoe
dingsverordeningen echter met ingang van 1 augustus 1970 niet meer van
toepassing op planologische maatregelen voorzover deze behoren tot de
in artikel 10, lid 1 van de Overgangswet genoemde. Sindsdien is het
hierboven geciteerde artikel 49 van de V/et op de Ruimtelijke Ordening
ook op die oude stedebouwkundige maatregelen van toepassing.
V/ij achten het vaststellen van een procedure echter van belang.
In de hierbij aan ter vaststelling voorgelegde ontwerp-verorde-
ning is getracht het aan de belanghebbenden krachtens de wet toegekende
recht op 'vergoeding van eventueel geleden planschade zoveel mogelijk met
waarborgen te omgeven. Via een eenvoudig verzoekschrift kan de benadeelde
rechtsingang bij de gemeenteraad krijgen (art. 2).-
Acht de raad het verzoekschrift kennelijk niet gegrond dan wijst hij het
verzoek onmiddellijk met een gemotiveerde beslissing af. Voor het -nemen
van deze en volgende beslissingen is de raad gebonden aan termijnen
om te voorkomen dat te lang op oen beslissing zal moeten worden gewacht
(art. 3). Indien de raad niet onmiddellijk tot afwijzing van het-verzoek
overgaat, geeft deze een onpartijdige (vaste) commissie van deskundigen
opdracht ter sake advies uit te brengen (art. 4)« Ra-dat de commissie
heeft gerapporteerd beslist de raad op het verzoekschrift (art. 8). De
gemotiveerde beslissing wordt de belanghebbende bij aangetekende brief
toegezonden, waarbij gewezen wordt op do mogelijkheid van het beroep
op de Kroon.
Daar het de bedoeling is de zittingsperiode van de schadebeoor-
delingscommissie samen te laten vallen met de zittingsperiode van de
gemeenteraad, zal de nu te benoemen commissie dienen te worden benoemd
voor het nu nog resterende deel van Uw zittingsperiode.
ARTIKEL,SGSWIJSE T0ELICHTIUG.
Artikel 2.
Wij menen dat de eis kan worden gesteld, dat de belanghebbende
zijn verzoek schriftelijk doet en bovendien dat het'door hem wordt
gemotiveerd. Indien de verzoeker uit de kaarten van het bestemmings
plan niet de juiste begrenzing van de verschillende bestemmingen op
het terrein kan nagaan, ligt het voor de hand dat men hem daarbij van
gemeentewege kosteloos bijstand verleent.
De mogelijkheid van directe afwijzing van hot verzoek is opgenomen
om nodeloze inschakeling van de schadevergoedingscommissie te voorko
men. De afwijzing van het verzoek reeds in dit stadium dient echter
slechts te geschieden, wanneer kan worden vastgesteld dat het verzoek
geen sukses zal kunnen hebben, bijvoorbeeld omdat het verzoek geen
betrekking heeft op een gemeentelijk bestemmingsplan of betrekking
heeft op het structuurplan/-schets of voorbereidingsbesluit, waarop
artikel 49 niet van toepassing is.
Hoewel ten overvloede is ten aanzien van de beslissingen van de
gemeenteraad de eis tot motivering in de verordening opgenomen.
Artikel 5*
Anders dan de model-verordening hebben wij gemeend de zittings
duur van de leden op 4 in plaats van op 3 jaar te moeten bepalen. De
zittingsperiode van de leden van de commissie valt samen met die van
de leden van de gemeenteraad.
Wij menen dat het voorkeur verdient dat de leden van de schadovcrgoe-
dingscommissie telkens door de nieuw optredende raad worden benoemd
en deze leden hun werkzaamheden voortzetten tot het einde van do zit
tingsperiode van de gemeenteraad, die hen heeft benoemd. De raad dient
naast de drie leden van de commissie tevens drie plaatsvervangers aan
te wijzen.
In de oude schadevergoedingsverordeningen was bepaald, dat de
schadebeoordelingscommissie bestond uit 3 deskundigen, waarvan één
te benoemen door Burgemeester en Wethouders, één door de verzoeker
en de derde door deze beide tezamen. Bij gebrek aan overeenstemming
zou de aanwijzing geschieden door de kantonrechter op verzoek van de
meest gerede partij.
Door de benoeming van de hele commissie door do raad on door
het feit dat het een permanente commissie betreft zal de commissie
eerder tot konklusies kunnen komen. Ook wordt door een en ander voor
komen dat de deskundigen menen slechts de belangen van de partij door
wie ze zijn aangewezen te moeten behartigen.
Artikel 6.
Lid 1 komt tegemoet aan het beginsel, dat aan elk geding ton
grondslag dient te liggen, namelijk dat alvorens over een geschil wordt
beslist partijen moeten worden gehoord, althans daartoe in de gelegen
heid dienen te worden gesteld.
Lid 2 sluit aan bij het samenkomen van partijen voor do commissie.
De mogelijkheid van nader overleg tussen partijen - met de commissie
in de rol van bemiddelaar - kan er toe leiden, dat niet tot vaststelling
van de schade wordt besloten, maar naar andere oplossingen wordt gezocht.
Onder meer zou de schade in voorkomende gevallen beperkt of voorkomen
kunnen worden doordat burgemeester en wethouders gebruik willen en kunnen
maken van de in de meeste bestemmingsplannen opgenomen bevoegdheid tot
het verlenen van vrijstelling of wijziging van het plan.
Wij stellen U voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-
raadsbesluit.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
J.S. Brandsma Burgemeester
de Jong Secretaris.
-2-
De V/et op de Ruimtelijke Ordening bevat in artikel 49 oen uitputten
de regeling van de plansöhadevergoeding wat de materiële inhoud betreft,
maar de wet geeft in tegenstelling tot de schadevergoedingsverordeningen
van 1930 en 1933 geen regeling voor de te volgen procedure bij indiening
van een verzoek om planschade.
Artikel 3-
-3-