Samenwerking op hot gebied van de aardgasvoorziening in Noord-West Friesland.
Bijlage no. 168. Leeuwarden, 12 mei 197*1
Aan de Gemeenteraad.
Bij "brief van 29 maart 1971» no. 4569» hebben wij u een rapport van de
studie-commissie aardgasvoorziening toegezonden onder mededeling, dat wij
voornemens waren U voor 1 juli 197*1 een principe-uitspraak te vragen over
hetgeen in hot betreffende rapport werd voorgesteld.
Do kwestie van een mogelijke concentratie van de aardgasdistributiebe
drijven in Friesland is reeds eerder in uw Raad aan do orde geweest. In ons
voorstel van 10 mei 1965» bijlage no. 132, deelden wij mede, dat Gedeputeer
de Staten in Friesland een commissie hadden ingesteld, die na moest gaan op
wollce wijze Friesland het beste kon profiteren van de grote aardgasvondsten
in de provincie Groningen. Deze commissie bracht in 1964 rapport uit over de
moest gewenste organisatievorm van de gasdistributie in Friesland. De commis
sie was in meerderheid geporteerd voor een provinciaal energiebedrijf, waar
in de gas- en eloctriciteitsbedrijven in Friesland zouden worden ingebracht.
Indien dit niet mogelijk zou blijken, was een meerderheid van de commissie
voorstander van een provinciaal werkend gasbedrijf, onder beheer van de ge
meenten.
In do raadsvergadering van 16 juni 1965 is uitvoerig over het boven
staande gediscussieerd.
Op 23 februari 1966 kwam deze materie opnieuw in de Raad, waarbij de
Raad besloot ons op te dragen een onderzoek in te stellen naar de verschil
lende aspecten van een concentratie van do aardgasdistributie, zowel in ge
val van samenwerking tussen regionale bedrijven als bij concentratie in één
provinciaal gasbedrijf of in één provinciaal gas- en electriciteitsbedrijf
Daarbij moest voorop staan, dat de bestuurlijke en financiële belangen van
Leeuwarden zoveel mogelijk gewaarborgd moesten worden. Hot onderzoek diende
zoveel mogelijk in samenwerking mot de besturen van do andore Friese gemeen
ten en/of gasbedrijven plaats te vindon.
Bij de daarop volgende oriënterende besprekingen met enkele andere ge
meenten bleek op 28 januari 1968, dat het nog niet mogelijk moest worden ge
acht tot een provinciaal werkend gasbedrijf te komen. Wel zou nader worden
onderzocht hoe een samenwerking tot stand sou kunnen komen op het gebied van
onderlinge hulpverlening, uitwisseling van gegevens en ervaringen en stan
daardisatie van materialen en apparatuur.
Ondanks hot geringe resultaat van de gevoerde besprekingen hebben wij
gemeend te moeten blijven streven naar een zo groot mogelijke concentratie
van de aardgasdistributie. Wij hebben daarom contact opgenomen met de ge
meentebesturen van Barradooi, Het Bildt, Franeker, Harlingen, Leeuwardera-
docl en Honaldumadcel om na te gaan of in een kleiner dan provinciaal ver
band tot een goede samenwerking kan worden gekomen. In een bijeenkomst op
8 mei 1963 bleek de wil tot samenwerking aanwezig, hetgeen resulteerde in
hot instellen van een studie-commissie, die tot taak had de mogelijkheden
van samenwerking in Noord-West Friesland te bestuderen. Na een interim-rap
port in augustus 1969 hoeft de studie-commissie thans het in de eerste alinea
genoemde definitieve rapport uitgebracht.
Do betreffende studie-commissie hoeft voorgesteld om de gemeentelijke
gasbedrijven van Leeuwarden, Harlingen, Franeker, Barradoel, Het Bildt,
Hcnaldunadoel en Lcouwarderadeel samen te voegen en onder te brengen in een
op te richten 1T.V. Frigas, met de mogelijkheid, dat ook andere gemeenten tot
deze N.V. zouden kunnen toetreden.