■■■BH 5 Intrekken subsidieregeling gezinszorg. Bijlage no. 169. Leeuwarden, 1mei 1971- Aan de Gemeenteraad, Eind vorig jaar heeft de Regering een aantal maatregelen genomen met betrekking tot de financiële verhouding tussen Rijk en Gemeenten. Globaal gezegd gaat het om het volgende. a. Het Rijk neemt een aantal subsidies van de gemeentenoverdie alsdan buiten de uitkering sociale zorg vallen. b. De algemene uitkering uit het gemeentefonds wordt verlaagd. De gezinszorgsubsidies zijn ook bij deze maatregel betrokken. Het Rijk heeft thans de normale gemeentelijke subsidie (dat gelijk was aan het rijks subsidie) overgenomen en gelicht uit de rij van uitgaven, die in aanmerking komen voor de uitkering sociale zorg. Het doel van deze maatregel was, dat de gemeenten terzake geen uitgaven meer zouden behoeven te doen. Bij besluit van 20 april 1970 heeft de gemeenteraad evenwel een aan vullende subsidieregeling vastgesteld. Krachtens deze regeling bedraagt het subsidie een aanvulling van het Rijkssubsidie tot 100>.> van de vanwege het Rijk subsidiabel gestelde kosten onder vermindering van de verschuldigde retributies. Deze regeling, kan door de hlerbovenomschreven maatregelen van de Regering niet in stand blijven. Immers tegenover de kosten, die voor de gemeente voortvloeien uit deze regeling staan thans geen ontvangsten van het Rijk meer. Wij menen evenwel, gelet op hot grote belang, dat wij aan het werk van de ^ezinszorginstellingen hechten, dat die instellingen financieel ge zien, dezelfde ruimte dienen te houden ais zij hadden ouder de subsidie regeling van 20 april 1970. Een zowel voor de instellingen als voor de ge meente uit financieel oogpunt aanvaardbare oplossing menen wij te hebben gevonden door bijstand op grond van de Algemene Bijstandswet te verlenen aan diegenen, die van de diensten van do gezinszorginstellingen gebruik maken en de niet door rijkssubsidie gedekte kostprijs -gelet op de draag krachttabellen voor bijzondere bijstand niet kunnen betalen. Om de gehele procedure zc eenvoudig mogelijk te houden is een formulier ontworpen rnet gebruikmaking waarvan de instellingen namens hun cliënten deze bijstand aan vragen en ontvangen. In feite blijven de betrokkenen geheel buiten de proce dure. Voor de instellingen brengt deze regeling geen uitbreiding van administratieve handelingen met zich mee. Ook onder do bestaande regeling diende ter berekening van de retributie een dergelijk formulier te worden ingevuld. Overigens verwijzen wij U voor wat de technische uitvoering van de regeling betreft (berekening kostprijs, inpassing bejaardenhulp e.d.) naar de voor IJ ter inzage gelegde stukken. Door deze regeling zullen de instellingen zich financieel kunnen hand haven op hetzelfde peil als onder de bestaande regeling. De gemeente zal de op deze wijze aan de gezinszorginstellingen uit te keren bedragen krachtens de Financiële Verhoudingswet kunnen declareren. De gezinszorginstellingen hebben inmiddels zich met deze regeling akkoord verklaard. Omdat de nieuwe regeling geheel wordt uitgevoerd binnen het kader van de Algemene Bijstandswet en ons college terzake competent is, behoeft U geen nieuwe regeling vast te stellen. Wij geven U dan ook in overweging de bij Uw besluit van 20 april 1970 vastgestelde subsidieregeling voor instellingen voor gezinsverzorging en gezinshulp, werkzaam in do gemeente Leeuwarden, met terugwerkende kracht tot 1 januari 1971in te trekken. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma, Burgemeester, de Jong Secretaris. '«iwvV

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1971 | | pagina 313