•28.1 kunnen wor^an overgegaan er on dit moment nog geen uitspraak kan worden gedaan over de exacte situerinr van het stadhuiscomplex, de daaraan te geven definitieve vorm en de wijze van realisering» Een en ander zal nader moeten worden bezien in het kader van het structuurplan voor de binnenstad. liet lijkt deze minderheid daarom niet wenselijk de ontwikkeling hiervan meer te bein- vloeden, dan strikt noodzakelijk is. Als absoluut te handhaven gebouwen zou deze minderheid in dit stadium dan ook alleen aangemerkt willen zien; het huidige stadhuis en het Hof. Vellicht is het aldus deze minderheid, immers mogelijk beleggers te inte resseren bij een nieuwe bebouwing rond het huidige stadhuis, welke bebouwing een goede reconstructie van de binnenstad in beweginv zou kunnen zetten. Het lijkt deze minderheid derhalve van belang dat in ieder geval deze mogelijkheid open gehouden dient te worden en hiernaar een grondig onder zoek wordt ingesteld, juist omdat de stedebouwkundige vormgevinr van het stadhuiscomplex bepalend zal kunnen zijn voor de stimulerende werking, die van de realisering van het complex op de binnenstad zal uitgaan. He overrangsfase Volledigheidshalve wil de co missie er op wijzen dat door de aankoop van het Hof niet alle huisvestingsproblemen zullen kunnen worden opgelost. In de komende jar^n zal het nodig blijken enkele afdelin en een andere huis vesting te geven in veaband met de optredende behoefte naar meer ruimte, uoor de aankoop van nog niet in eirendoir. zijnde panden an de westzijde van Raadhuisplein en eerd en (verdere in gebruikneming van de r< eds aangekochte en nog aan te kopen panden, zal aan de ene kant in de rijzende behoefte kunnen worden voorzien, terwijl anderzijds daarmee geanticipeerd wordt op de door de meerderheid voorgestane definitieve oplossing. IJiter ard zal (tijdelijke) ingebruikneming van bedeelde panden niet zonder enige verbouwing met de daar an verbonden kosten kunnen geschieden. Bedacht moet echter worden dat in afwachting van de realisering van de defini tieve oplossing noodvoorzieningen noodzakelijk zullen blijken, welke altijd net de nodige kosten gepaard zullen gaan. Daarn ast denkt de meerderheidvan de commissie ook nog aan uitbreiding en/of verbouwing van het voormalige politiebureau, bij welke gf1? genheid tevens e accommodatie van de raadszaal zou kunnen worden verbeterd. De onmiddellijke omgeving stadhuiscomplex. "oevel ook de onmiddellijke omgevin^ van het stadhuiscomplex in het ka.der van het structuurplan voor de binnenstad nader zal moeter. worden bekeken, st at de mr er ierheid van de co-mi-s.i.e op het standpunt, dat e luckarcastr >at zal ro-ton werden verfraaid doo~ het resteurere van enkele panden nr ar met handhnvin van het pand luck - ma s tra at 2 (het Oranje Biei'hui a), teneinde deze str at goed te doen aansluiten op het eigenlijke stadhuiscomplex. Deze ver fraaiing van de Anckamastr - at zou verder nog gevonden Inrr.n?n worden in de verwijdering v.n -'e «an hot voormalige politiebureau gebouwde dienstwoning en de (gedeeltelijke) bebouwing van de vrijkomende ruimte en de .an de bucka.nastrat grenzer.de binnenplaats "'en aanzien van ie situatie van de t. Jacohsetroat en de G-ote Hoog straat Is de gehele commissie van oordeel dat de bestaarde bebouwing v naf het o-ouvernevrsrlein tot aan "e verhindingssteer tussen 'e t. Jacobsstraat en Ie Grote Hoogstraat, voorzover deze nog geen -enee tolijke ein,endom is dient te vor Vi - ar. p'rofht en vervolgens, inclusief het pand, "sarin momen teel het I adaster io onder :c"bracht, afgebroken (het betreft de randen, ka daster no. 1206, ?Q°nt 2261, 1810, 2260, 2088, 1840 en 1181;. De commissie heeft zich dzarbij late leiden door de volgende overwegingen a. de toestand van de panden, 't. Jaco sstr at 24 en 26 en het pand, Hrote Hoogstraat 27 is zo slecht dat - Heen nog maar tot afbraak kan worden over- geg an; b, het is ongewenst dat in de voorgevelwand van de oostkant var de bebouwing van de t. Jacobsstr-at en de westkant van de Grote Hoogstraat een gat ontstaat. c. teneinde ook in do overgangsfase ter plaatse een redelijk aanzicht mogelijk te maken zal in principe tot een vrijstaande zijgevel geamoveerd dienen te werden. Zolang aau de aldus vrijgemaakto ruimte nog geen definitieve bestemming zal zijn gegeven zou aan deze ruimte een aardig aanzien gegeven dienen te wor den onder meer door aanleg van parkeergelegenheid, het aanbrengen van beplan ting en de aanleg van een tegelpad langs de zijgevel van de panden St.Jacobs- straat 20 en Grote Hoogstraat 23. In het kader van het structuurplan voor de binnenstad zou moeten worden uitgemaakt welke bestemming de ruimte uiteindelijk zal moeten krijgen. De com missie tekent hierbij echter aan het niet waarschijnlijk te achten dat 1er plaatse een parkeergarage zal worden gebouwd. De meerderheid van de commissie acht het evenmin waarschijnlijk, dat de ruimte anderszins weer volledig be bouwd zal worden, terwijl een minderheid haar oordeel omtrent de al dan niet volledige bebouwing van de vrijkomende ruimte wil voorbehouden. In de voorgestelde aankoop en amovatie zal overigens mogelijk nog een fasering zijn aan te brengen door in de eerste fase niet verder te amoveren dan tot de panden St.Jacobstraat 22 en Grote Hoogstraat 25. Het momenteel nog door de secretarie-afdeling in gebruik zijnde pand St.Jacobsstraat 25, zou op den duur dienen te worden ontruimd. Conclusie. De meerderheid van de commissie van advies adviseert om de gemeenteraad voor te 3tellen een vijftal principe-besluiten te nemen door: 1. uit te spreken dat het stadhuiscomplex gehandhaafd dient te blijven op de huidige plaats, waarbij het huidige stadhuis, het voormalige politiebureau, het Ilof, d'Ojevaer (Gouverneursplein 35) on de panden Raadhuisplein 30 t/m 34 als een gegeven dienen te worden aanvaard voor het uit te werken stadhuisplan; 2. akkoord te gaan met de aankoop van het Hof (de v.rn. ambtswoning van de commissarie van de Koningin) voor het getaxeerde bedrag alsmede het daarin voorlopig huisvesten van de wethouders en het daarin onderbrengen van twee trouwzalen (waarvan er dén ook te gebruiken zal zijn als vergaderruimte voor bijeenkomsten van enige omvang) met daarbij een op- en ontvangstruimte, een vijftal vergaderruimten (eventueel tevens fractie-kamersde secretarie-afdeling: Economische en Statistische Afdeling tevens belast met secretariaatswerkzaamheden voor de wethouders, een bodekamer, een wachtkamer, twee kleedruimten voor ambtenaren/ssen van de burgerlijke stand, een garderobe en een keuken; 5. in te stemmen met de amovatie van de bebouwing gelegen tussen het Gouverneursplein, de St.Jacobsstraat en de Grote Hoogstraat tot aan de verbindingssteeg tussen de St.Jacobsstraat en de Grote Hoog straat (gelegen tussen de panden, St.Jacobsstraat 20 en 22 en de panden, Grote Hoogstraat 23 en 25) en het voorlopig inrichten van de aldus vrijkomende ruimte als parkeerterrein; 4. akkoord te gaan met de aankoop van de panden, welke nog geen gemeente lijk eigendom zijn en welke gelegen zijn tussen het Raadhuisplein (de westkant), de Weerd, de Bagijnestraat en de St.Anthonystraatteneinde te zijner tijd een uitbreiding van het stadhuis op deze plaats mogelijk te maken; 5. er mee in te stemmen dat de vormgeving en de wijze van realisering van het stadhuiscomplex alsmede de definitieve bestemming van de na amove- ring van de bebouwing vrijkomende ruimte tussen het Gouverneursplein, de Grote Hoogstraat en de St.Jacobsstraat nader wordt bezien in het kader van het structuurplan voor de binnenstad door de commissie structuurplan voor de binnenstad. -8- ■■I I I I - 9 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1971 | | pagina 321