Wijziging van de Bouwverordening}herziening van de procedure bij de
afhandeling van beroepschriften door de gemeenteraad.
Bijlage no. 70. Leeuwarden, 10 februari 1971»
Aan de gemeenteraad.
In de toelichting op artikel 390 van de model-bouwverordening schrever
de ontwerpers roe Ij
"Een regeling van de voorbereiding van de beslissing van de gemeente
raad op een ingesteld beroep is niet in de verordening opgenomen.
Deze zal door de gemeenteraad dienen te worden vastgesteld, waarbij hetzij
een vaste commissie uit de raad, hetzij een daartoe door de raad aangewezen
lid kan worden ingeschakeld. De regeling zal uiteraard een bepaling dienen
te bevatten ingevolge welke de belanghebbende gelegenheid krijgt te werden
gehoord"
In de artikelen 389 t/m 391 van de bouwverordening van Leeuwarden is
dan ook een bepaalde regeling voor het instellen van een beroep op de
gemeenteraad neerga >gd.
De hierbij aan "0 voorgelegde regeling beoogt in deze procedure ener
zijds een aantal verbeteringen te brengen en is anderzijds een poging
om voor de behandeling van een beroepschrift door de gemeenteraad voor
alle verordeningen een uniforme regeling te scheppen. Daarom hebben wij
gekozen voor de beroepsprocedureregeling, welke - in grote trekken •-
overeenkomt met die, welke in de Drank- en Ilorecaverordening is opgenomen
en vervolgens in de Algemene Politie Verordening, de Brandweerverordening
en de Parkeerexcessenverordening is neergelegd.
De procedure houdt in dat de gemeenteraad beslist omtrent een in
gediend beroepschrift, nadat een commissie voor de behandeling van be
roepschriften hem terzake advies heeft uitgebracht. De commissie is
gehouden hoor en wederboor toe te passen. Wij menen dat aldus een meer
bevredigende rechtsbescherming voor de burgers kan worden bewerkstelligd
dan tot op heden op grond van artikel 398 en volgende van de Bouwver
ordening het geval was.
èrLiikelsgewijze toelichting
Artikel 389 s regelende de vorm en inhoud van het beroepschrift is onge
wijzigd behoudens de verwijzing in lid 4 naar de artikelen
390 en 391
Artikel 390s in lid 1 is een bepaling opgenomen als te vinden is in de
tweede zin van artikel A 14 van de A.P.V.;
lid 2 is gelijk aan artikel A 13, lid 3, tweede volle zin
van de A.P«V.
lid 3 is het ongewijzigde lid 1 oud 5
lid 4 is praktisch gelijk aan lid 2, eerste deel. van
artikel 390 oud. Ingevoegd iss "na van het advies van de
commissie kennisgenomen te nebben";
het verschil, in termijn in de leden 3 en 4 berust op de
woningwet; artikel 30, lid 3, van de Woningwet noemt een
termijn van twee maanden en artikel 51, lid 3, van de
Woningwet een termijn van drie maanden.
Artikel 390as dit artikel, regelende de samenstelling van de commissie
voor de behandeling van beroepschriften stemt overeen met
artikel A 15 van de A.P-V.