2 - Artikel 390b: de werkwijze van de commissie wordt in dit artikel geregelds in artikel A 16 van de A.P.V. is een soortgelijke regeling opgenomen. Berust de niet verlening van een gevraagde bouwvergunning of een aanschrijving, die is uitgegaan, op welstandsover wegingen, dan kan de commissie het advies inroepen van de in onze gemeente al sinds 1916 bestaande Hogere Schoonheids commissie. De mogelijkheid tot het vragen om advies aan deze commissie was bij artikel XXXVI van de Verordening tot wijziging van de Bouwverordening in lid 3 van artikel 390 oud geregeld. De huidige Hogere Schoonheidscommissie is benoemd voor een periode die eindigt op 31 december 1975 en bestaat uit Ir. J.J. Sterenberg namens het Koninklijk Instituut van Ingenieurs, de heer A. Komter, architect B.N.A namens het Genootschap Architectura et Amicitia en Ir. H.A. Wieringa namens de Bond van Nederlandsche Architecten. Op grond van artikel 390» lid 3» oud kon de gemeenteraad zich tot de hierboven genoemde "Hogere Schoonheidscommissie" wenden. In verband met de nu door ons voorgestelde opzet is het beter als dit door de commissie voor de behandeling van beroepschriften geschiedt. Van do in lid 7 opgenomen mogelijkheid voor de commissie om de termijn met ten hoogste twee maanden te verlengen mag door de commissie geen gebruik worden gemaakt indien het betreft een beroepschrift gericht tegen een aanschrijvin als bedoeld in artikel 25 der Woningwet. Overeenkomstig artikel 390» lid 3» van deze verordening dient de gemeenteraad binnen twee maanden over het beroep schrift een beslissing te hebben genomen. Anders dan artikel 51» lid 3Woningwet, laat artikel 30, lid 3 van de Woningwet geen verdaging van de beslissing toe. Artikel 390c s in dit artikel is het bepaalde in artikel 390, lid 4» tweede volle zin van de Bouwverordening (oud) opgenomen. Artikel 28 van de Woningwet verplicht tot deze bepaling. Artikel 391 s dit artikel is ongewijzigd gebleven behoudens de verwijzing naar artikel 390, lid 3» Overeenkomstig het voorstel tot wijziging wordt nu verwezen naar 390c. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. de Jong Secretaris. No. 1892. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 10 februari 1971 (bijlage no. 70); gelet op artikel Ó1 van de gemeentewet! gelet op artikel 2 van de woningwet; BESLUIT; I. in te stellen een commissie voor de beoordeling van beroepschrif ten; II. de Bouwverordening der gemeente Leeuwarden als volgt te wijzigen door de artikelen 389 tot en met 393 van de Bouwverordening der gemeente Leeuwarden te vervangen door; Hoofdstuk 10. Algemene regels ten aanzien van het beroep. Par. 1 Beroep op de gemeenteraad. Artikel 389» Vorm en inhoud van het beroepschrift. 1Beroep op de gemeenteraad moet schriftelijk worden ingesteld. 2. Het bercepschrift moet inhouden; a. naam en adres van de tot het beroep gerechtigde en - indien een gemachtigde is aangewezen - ook die van de gemachtigde; b. indien het gericht is tegen een besluit van burgemeestei en wethouders, de dagtekening en het nummer van het besluit; c. de gronden van het beroep; d. een omschrijving van de beslissing, welke wordt verlangd. Indien een gemachtigde is aangewezen moet een machtiging worden overgelegd. 3. Het beroepschrift moet door de tot het beroep gerechtigde of zijn gemachtigde zijn ondertekend. 4. Bij ontvangst van een beroepschrift wordt vanwege burgemeester en wethouders een gedagtekend ontvangstbewijs verstrekt. In dit ontvangstbewijs wordt een mededeling opgenomen, waarin wordt verwezen naar het bepaalde in de artikelen 390, 390a, 390b, 390c en 391

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1971 | | pagina 63